-
02 okt 2020
-
Moederschap
-
door Corine de Heer
-
0 comment
Knuffelweigeraar
‘Vanaf vandaag zijn de knuffels uitverkocht,’ klinkt de stem van mijn zoon luid. Met een gewichtige blik op zijn gezicht en een vinger in de lucht staat hij op zijn stoel. Het is blijkbaar menens bij mijn 6-jarige. Welk protest ik ook maak, zijn besluit staat vast. Knuffels zijn voor kleine kinderen en dat is hij zeker niet meer. Kussen was al veel langer vies en uit den boze, maar nu moeten de knuffels er ook aan geloven: ze zijn niet meer welkom.
Loslaten gaat me doorgaans redelijk makkelijk af. Ik breng hem met plezier naar de opvang, moedig hem aan als hij van de hoge duikplank wil en in zijn eentje lopen naar een vriendinnetje vind ik ook prima. Maar ach, daar komt de realiteit van het moederschap om de hoek kijken. Denk je eindelijk iets onder de knie te hebben, blijkt dat de volgende dag de realiteit alweer compleet anders kan zijn.
Mijmerend op de bank denk ik terug aan mijn lieve, vrolijke kleuter met de mooiste blauwe ogen van de wereld. Hoe we samen een sapje gingen drinken op een terras, samen winkelden en naar de kinderboerderij gingen. Een echt gezelligheidsmens was het. Dol op terrasjes, kletspraat en uitjes. Ik herinner me hoe hij elke middag en avond tegen me aankroop tijdens het voorlezen.
Die lieve kleuter is het afgelopen jaar in een rap tempo de wereld gaan verkennen. Nu hij kleuter-af is, blijkt dit nog serieuzere vormen aan te nemen. Allerlei dingen, zoals knuffelen en kinderboerderijen worden ineens kinderachtig gevonden. En op mijn opmerking dat mama haar lieve kleutertje mist, antwoordt hij nonchalant lachend: ‘Boeiuh…’
Tijdens de coronacrisis is het woord ‘huidhonger’ opnieuw actueel. En huidhonger heb ik. Niet vanwege corona, maar vanwege mijn knuffelweigeraar. Afzien is het. Als ik denk dat ik hem op slinkse wijze nog een knuffel kan ontfutselen, kom ik bedrogen uit. ‘Kom, ik moet wat in je oor fluisteren.’ Of: ‘Even kijken, er zit iets in je haar.’ Voor ik de kans krijg hem stiekem toch even in mijn armen te nemen, kijkt hij me afweer lachend aan: ‘Hier trap ik heus niet in, mama!’
Mijn uitdaging is dus het loslaten van mijn schoolkind. Het hoge woord is eruit. Niet meer mee naar binnen om werkjes te bekijken. Geen knuffels meer bij het schoolhek. Daar ga je, met je nieuwe rugtas op je rug. Stoere camouflageprint, op jouw verzoek. Op weg naar nieuwe avonturen. Een nieuwe wereld waarin je leert dat je zelf kunt lezen, zoeken, ontdekken en leren.
Ruimte geven is het beste en mooiste wat ik nu kan doen. Wetend dat we door een onzichtbare lijn altijd met elkaar verbonden blijven. Jij hoort bij mij en ik bij jou. Daar kan geen knuffel tegenop.
Corine is vrouw van Robert en moeder van Teun (6) en Pijke (2). Ze is docent in het voortgezet onderwijs. Blij wordt ze van Jezus, hond Bobbi, de lente, op reis gaan en schrijven. Dat laatste doet ze hier vooral over haar kinderen en alles wat daarmee te maken heeft.