-
27 aug 2022
-
Blogs
-
door Vera Bijma
-
0 comment
Lesje in loslaten
We zijn een paar dagen aan zee. Heerlijk vind ik dat. Op het strand kom ik tot rust. Het is een van de weinige plaatsen waar ik eens echt helemaal niets hoef. Terwijl mijn echtgenoot met onze 9-jarige zoon in wetsuit richting de zee loopt met een bodyboard in de hand nestel ik me op de handdoek met een goed boek. Vakantiegevoel: check.
Hoewel manlief in de buurt is, tuur ik toch regelmatig naar de kustlijn om te zien of zoonlief niet te diep de zee in gaat. Is het eb? Trekt de zee je dan niet gemakkelijk steeds verder weg? vraag ik me ietwat bezorgd af. Maar alles gaat goed. Pas een hele tijd later ploft mijn zoon naast me neer. Met druipende haren en een grote glimlach op zijn gezicht. Ik sla een grote badhanddoek om hem heen en trek hem tegen me aan.
De volgende ochtend wil hij graag een brommertje huren om over de boulevard te rijden. Een brommer? Vroeger trapte hij nog elke zomer dolenthousiast op een skelter langs de zeedijk. Maar nu wil meneer alleen nog op de speciale brommers die ze hier verhuren voor kinderen. Al vind ik dat het uiterlijk van het ding aardig in de buurt komt van een exemplaar waar hij vast ook op wil rijden als hij straks 16 is. Maar goed, gelukkig verhuren ze er ook een helm bij, anders ging het feest niet door. We spreken af dat hij telkens een stukje vooruit mag rijden en dan even stopt om op ons te wachten.
Het is al wat later op de ochtend en al best druk op de boulevard. Gelukkig tipt de verhuurder ons een rustig pleintje iets verderop. Daar kan hij rondjes rijden terwijl papa en mama op een bankje toekijken. Papa heeft er alle vertrouwen in en zit heel relaxed op zijn smartphone te kijken. Maar ik hou zoonlief nauwlettend in de gaten. Ik ben dan ook opgelucht als het betaalde half uur bijna voorbij is. ‘De tijd is bijna om, we moeten teruggaan’, deel ik mee. Daar gaat hij, met ons in zijn kielzog. Maar anders dan op de heenweg stopt hij nu niet tussendoor. Zelfs niet als we in de drukte belanden.
Ik begin te rennen. Hij is al helemaal uit het zicht verdwenen. Mijn hart begint sneller te kloppen. Waar is hij nu? Hijgend ren ik richting de verhuur. En daar zie ik hem. Met een nonchalante blik en een lolly in zijn mond komt hij rustig onze kant op. Hij heeft zelf zijn brommer al ingeleverd. Boosheid en opluchting vechten om de eerste plaats. Maar ik voel ook nog een andere emotie: verbazing. Ik ben verbaasd over hoe groot hij al is. Dat hij vol zelfvertrouwen in zijn eentje de brommer heeft teruggebracht. Want het bleek om een misverstand te gaan: hij dacht dat we bijna te laat waren met inleveren en vergat daardoor onze afspraak om tussendoor op ons te wachten.
Ik sla mijn armen om zijn tengere lijf en besef dat ik het moeilijk vind: mijn kind loslaten. In mijn hoofd is hij nog zo klein en kwetsbaar. Heeft hij mij nog zo hard nodig. Maar de realiteit is dat hij steeds meer op eigen benen gaat staan. Zijn eigen weg in het leven wil ontdekken. Ik merk het aan steeds meer dingen. Hij wil al vaak geen kus of knuffel meer – en zeker niet in het openbaar. Geen pleister meer voor elke schram. En Paw Patrol? Dat is voor baby’s.
Maar gelukkig heb ik één zekerheid: ook al kan ik mijn zoon niet continu onder mijn vleugels houden, God verliest hem nooit uit het zicht. Hij is altijd bij hem, waar hij ook gaat of staat. Of rijdt. Al dan niet op een brommer.
Vera Bijma / Moeder van Daniël (7) / Gelukkig getrouwd / Vertaalster / Dol op schrijven / Dankbaar voor Gods liefdeen genade, mijn gezin, familie en vriendenen nog zoveel meer/ www.mamasleukste.home.blog