
-
29 mrt 2022
-
Bemoediging, Blogs, Zorgen voor elkaar
-
door Corine de Heer
-
1 comment
Ubuntu
Behoedzaam schuifelen we tussen de koffieplanten door. Gids Juma neemt ons vandaag mee naar een koffieplantage. Stap voor stap legt hij ons het proces uit. De kinderen mogen een koffieboon in de grond stoppen. Over een aantal jaar staat hier dan een nieuwe boom. Verderop plukken we de bonen, we halen het schilletje eraf, om ze daarna te branden. Na het vermalen zetten we verse koffie van onze eigen arbeid. Zoals gewoonlijk als we ergens in Afrika rondlopen, verzamelen steeds meer kinderen zich om onze groep. Nieuwsgierig kijken ze wat al die mzungu (‘witte mensen’) in hun dorp komen doen. Onze gids wenkt naar ze en roept: ‘Een beetje ruimte maken!’ Het valt me op dat hij de meeste kinderen bij naam kent.
Met onze kop koffie in de hand kletsen we door. Ik vraag Juma waarom hij alle kinderen kent. ‘Dit is mijn dorp’, antwoordt hij. ‘Hier ken ik iedereen. Als deze kinderen lachen, lach ik ook. En als ze verdrietig zijn, ben ik dat ook.’ Dan wijst hij naar een paar pas aangeplante heggetjes. ‘Die staan hier nog maar kort’, legt hij uit. ‘Privacy is iets wat wij niet kennen. Ubuntu.’ Dat betekent zoveel als: ‘Ik ben, omdat wij zijn’. Hij gaat nog even door: ‘It takes a village to raise a child’, besluit hij. Die uitspraak kende ik wel. Maar het woord ‘ubuntu’ blijft nazingen in mijn hoofd.
De volgende dag neemt Juma ons mee op een trip naar de waterval. Wat een familiewandeling zou moeten zijn, blijkt in werkelijkheid een flinke klauterpartij over de rotsen naar beneden, de plek van waar je ’t mooiste zicht moet hebben op de waterval. Hijgend en puffend komen we aan. De thermometer wijst inmiddels meer dan 35 graden aan. Met de moed der wanhoop begin ik aan de terugtocht, omhoog aan de andere kant van het dal. Al snel voel ik dat het niet lukt.
Ik ben zo moe. Het pad is zo steil.
Na een tijdje kan ik mijn tranen niet meer inhouden. ‘Ik kan niet meer’, huil ik. Angstige gedachten verzamelen zich in mijn hoofd. Wat als ik het niet red? Ik begin me misselijk te voelen en oververhit. Naast Juma zijn er nog een aantal gidsen mee. Zij lopen het pad met gemak op hun teenslippers. Mijn man moedigt me aan: ‘Kom op, jij kunt dit! Stap voor stap, je bent sterker dan je denkt!’ De aanmoedigingen helpen maar weinig.
Moedeloos kijk ik Juma aan. ‘Ubuntu’, zegt hij dan. ‘Niet jij moet boven komen, wij moeten boven komen.’ De andere mannen knikken. ‘Ubuntu’, herhalen zij. Meer dan gister raakt de uitdrukking me nu. Ubuntu. Ik ben, omdat wij zijn.
Ik denk dat ik ubuntu vaak vergeet. Ik focus op mijn eigen geluk en mijn eigen prestaties. Hulp vragen lijkt een teken van zwakte. Als de ander zijn probleem tot het mijne probeert te maken, reageer ik bijna allergisch. Maar is ubuntu niet precies wat Jezus van ons vraagt? Er zijn vele leden, zegt hij, maar ze vormen één lichaam. Ubuntu heeft meerdere kanten, realiseer ik me. Het betekent oog hebben voor het gezamenlijke doel en de ander écht willen zien en steunen. Aan de andere kant moet ik ook bereid zijn om de ander te laten delen in mijn worstelingen. De ander toestaan samen met mij op te lopen.
En hoe het afliep? Ik haalde het einde, kwam weer boven. Ik nam acht stappen per keer, want dat lukte. Ik rustte uit en nam de volgende acht stappen. Ik hoefde het niet alleen te doen. Ubuntu. Ik kwam boven, omdat wij boven kwamen.
Meer blogs lezen? Dit is afgelopen week ook gepubliceerd:

Corine is vrouw van Robert en moeder van Teun (6) en Pijke (2). Ze is docent in het voortgezet onderwijs. Blij wordt ze van Jezus, hond Bobbi, de lente, op reis gaan en schrijven. Dat laatste doet ze hier vooral over haar kinderen en alles wat daarmee te maken heeft.
1 Reacties
Comments are closed.
Wat mooi geschreven en weten dat wij het niet alleen hoeven doen
God geeft ons mensen om met ons mee te gaan en te bemoedigen