-
15 nov 2021
-
Blogs, Geloof, Moederschap
-
door Vera Bijma
-
0 comment
Wat als het schoentje knelt?
Ik heb er vanaf het begin al moeite mee gehad. Het hele sinterklaastoneeltje. Het botst voor mijn gevoel met mijn (christelijke) overtuiging. Steeds maar weer herhaal ik mijn kind dat hij niet mag liegen. Maar wat doe ik zelf rond sinterklaastijd? Juist ja.
Wat ook aan mijn innerlijke strijd bijdraagt, is mijn vrees dat mijn zoon aan het bestaan van God en Jezus gaat twijfelen zodra hij weet dat Sinterklaas niet echt bestaat. Als iemand die hij met zijn eigen ogen kan zien, niet echt blijkt te zijn, hoe moet hij dan nog geloven in iemand die hij zelfs niet eens kán zien?
Natuurlijk weet ik wel dat het een heerlijke tijd is voor kinderen. Je schoentje zetten met een wortel en wat water voor het paard, eindeloos Sinterklaasliedjes zingen en de blijde verwachting op pakjesavond. Het heeft iets magisch. Ik heb er zelf bovendien ook fijne herinneringen aan.
Maar toch. Mijn zoon is inmiddels zeven jaar en ik heb het schurende gevoel na al die jaren nog steeds niet van me af kunnen zetten.
Waarom ik er dan toch voor gekozen heb om het spel mee te spelen? Omdat ik het simpelweg een te zware last vind voor een klein kind om jarenlang zo’n groot geheim te moeten bewaren.
En dus heb ik ook dit jaar mijn rol weer met verve vervuld. Tekeningen voor Sint en Piet bewonderd en vervolgens verstopt, samen naar de Sinterklaasoptocht door het dorp en schoentjes gevuld.
Maar dan gebeurt het. Zoonlief heeft – naast een aantal grotere cadeaus – ongevraagd twee schetsboeken en waterverf van de Sint gekregen. ‘Hoe wist Sinterklaas dat mijn papier en waterverf bijna op zijn?,’vraagt hij me met een bedenkelijke blik. ‘Heb jij hem gezien en het hem verteld, mama?’ Ik aarzel even. Net iets te lang waarschijnlijk. Hij kijkt me indringend aan en zegt:
‘Ik wil de waarheid weten, mama. Anders vertrouw ik je niet meer.’
Wow. Dat is nogal een uitspraak voor een zevenjarige. En dus vertel ik hem hoe het werkelijk zit. Hij kijkt me met grote ogen aan. Ik zie van alles in zijn koppie omgaan. ‘Nu zal ik niet meer naar Sinterklaas uitkijken,’ concludeert hij teleurgesteld. Mijn hart krimpt ineen. Had ik er niet beter toch nog een ‘leugentje om bestwil’ tegen aangegooid? Nee, onmogelijk door de manier waarop hij de waarheid eiste.
Hij stelt de ene na de andere vraag en manlief en ik vertellen hem zo goed mogelijk hoe de sinterklaastraditie is ontstaan. Dat het oorspronkelijk om een heilige gaat die vroeger goede dingen voor kinderen heeft gedaan. ‘Eigenlijk leek Sinterklaas wel een beetje op God dan,’ merkt hij op. Ik kijk hem verwonderd aan. ‘Ja, omdat God ook heel lief is,’ legt hij uit.
Ik slaak een zucht van opluchting. In Sinterklaas gelooft hij nu niet meer, maar God woont nog altijd in zijn hart.
PS: Misschien herken jij je wel helemaal niet in mijn struggle met het sinterklaasgebeuren. Dat is ook prima. Het gaat alleen over míjn gevoel. Bovendien zou het ook zomaar kunnen dat Jezus zoiets heeft van: ‘Vera, wat neem je jezelf weer serieus. Doe niet zo moeilijk, het is een heerlijk feest voor de kinderen.’ We kunnen nu eenmaal niet even een appje sturen om te vragen wat Hij ervan vindt. Laten we dus gewoon ieder voor zich bepalen wat hij hierin kiest.
Meer blogs lezen? Dit is afgelopen week ook gepubliceerd:
Vera Bijma / Moeder van Daniël (7) / Gelukkig getrouwd / Vertaalster / Dol op schrijven / Dankbaar voor Gods liefdeen genade, mijn gezin, familie en vriendenen nog zoveel meer/ www.mamasleukste.home.blog