
-
28 dec 2020
-
Moederschap, Opvoeding
-
door Vera Bijma
-
2 comment
Stilte na de storm
‘Daniël, ik meen het. Laat de kippen met rust.’ Ik heb mijn 7-jarige zoon meerdere keren gewaarschuwd dat hij niet achter de kippen aan mag rennen en nu begint mijn toon wat dwingender te worden. Maar zoonlief vertrekt geen spier. Hij doet net alsof hij me niet hoort.
Als hij vervolgens Bruintje voor de zoveelste keer in een hoekje drijft en haar oppakt, is mijn geduld op. ‘Die ren uit, nu meteen,’ sommeer ik hem. Nog steeds geen reactie.
Hij negeert me volledig
Ik voel hoe de boosheid vanuit mijn tenen omhoogtrekt. ‘Eén, twee, …’ begin ik. Hij kijkt me met vlammende ogen aan en schreeuwt keihard ‘drie’ in mijn gezicht. Met zijn handen op zijn heupen staat hij uitdagend voor me, niet van plan om ook maar een centimeter te wijken.
Mijn woede maakt plaats voor een gevoel van onmacht. Zo ver heeft hij het nog nooit gedreven. Wat moet ik nu, als zelfs tot drie tellen niet meer helpt, vraag ik me vertwijfeld af. Ik ben me er bovendien pijnlijk van bewust dat we buiten in de tuin staan, waar de hele buurt kan meegenieten.
Ik weet niets beters te verzinnen dan hem stevig bij zijn arm te pakken en richting ons huis te voeren. Gelukkig stribbelt hij niet al te veel tegen. Eenmaal binnen roep ik mijn echtgenoot die boven zit te werken. Het wordt me allemaal even te veel. Ik laat zoonlief bij papa achter en ga terug naar buiten. Ik moet even tot mezelf komen.
Nog geen twee minuten later verschijnt mijn echtgenoot aan de achterdeur. ‘Daniël is helemaal overstuur,’ zegt hij en ik hoor de zorg in zijn stem. Ik adem nog eens diep in en uit en volg hem dan terug naar binnen.
Zoonlief zit met opgetrokken knieën op de bank met grote uithalen te huilen. ‘Ga weg,’ gilt hij als hij mij ziet. Ik ga op een afstandje naast hem op de bank zitten en zwijg. Ik wacht nog een poosje en strek dan heel behoedzaam mijn hand uit. Met ingehouden adem streel ik hem zachtjes over zijn rug. Tot mijn grote opluchting laat hij het toe. Als we zo een tijdje in stilte bij elkaar hebben gezeten, kruipt hij langzaam dichterbij. Ik sla mijn arm om hem heen en kus hem zachtjes op zijn hoofd.
Waar we net nog mijlenver van elkaar verwijderd waren, voel ik hoe we hier in de stilte weer met elkaar verbonden raken. Als ik uiteindelijk aanstalten maak om op te staan, vraagt hij me om nog even te blijven. Ik trek hem nog dichter tegen me aan en dank God voor dit gevoel van innige verbinding. Het voelt als de zon die doorbreekt na een hevige onweersbui.
We gaan het er heus nog wel een keer over hebben wat daarbuiten nou precies gebeurde. Maar praten komt later wel. Deze stilte na de storm is belangrijker dan welk goedbedoeld woord ook. Soms voer je de beste gesprekken als je niets zegt.

Vera Bijma / Moeder van Daniël (7) / Gelukkig getrouwd / Vertaalster / Dol op schrijven / Dankbaar voor Gods liefdeen genade, mijn gezin, familie en vriendenen nog zoveel meer/ www.mamasleukste.home.blog
2 Reacties
Comments are closed.
Mooi beschreven, zo herkenbaar. En ook weer heel leerzaam.
Herkenbaar en helemaal waar.