-
16 nov 2019
-
Baby, Bemoediging, Zwanger
-
door Suzanne Struiksma
-
2 comment
Wereldprematurendag
Ze was nog niet klaar voor deze wereld. En toch was ze er ineens. Na 27 weken van een toch al niet al te soepele zwangerschap belandde ik halsoverkop in het ziekenhuis met heftige, stekende buikpijn.
Ik werd diezelfde nacht nog overgeplaatst naar een academisch ziekenhuis en een paar uur later viel het verlossende, maar zo beangstigende woord: ‘De enige manier om jou te redden is als we deze zwangerschap afbreken, we moeten nu het de baby halen.’ Voor ik het goed en wel doorhad lag ik in de ok en werd er een piepklein meisje uit mijn buik gehaald.
Ineens was ik moeder. Ik had het gered. Mijn meisje, hoe klein en teer ook, leefde.
Alleen voelde ik me helemaal geen moeder.
Mijn kind, dat nog veilig in haar warme nestje had moeten zitten, lag in een glazen huisje een paar verdiepingen boven mij. Pas een paar uur later mocht ik even bij haar – in mijn grote, onhandige ziekenhuisbed. Weer terug op mijn kamer werd er een kolfapparaat naar binnen gereden: “Hier, kijk maar of je er misschien wat druppels uit krijgt. Alles beetje helpen…”
Het werden lange dagen, weken en maanden in het ziekenhuis. Stapje voor stapje leerden mijn man en ik om voor een klein, ziek baby’tje te zorgen. Altijd eerst handen wassen, voorzichtig met je handen door het luikje en dan heel voorzichtig aanraken. Als de situatie het toestond, een uurtje per dag ‘buidelen’. En intussen maar blijven kolven, al leverde dat weinig op.
Altijd toestemming vragen om mijn eigen kind op te mogen pakken. Geen lieve, schattige kleertjes of knuffels in de couveuse. Het voelde zo onpersoonlijk en klinisch!
Ik had niet alleen een premature baby, ik was zelf een premature moeder.
Het moederschap in geslingerd terwijl ik er nog lang niet klaar voor was. En vervolgens voor mijn gevoel meestal machteloos aan de zijlijn moeten staan.
Inmiddels is het meer dan zes jaar later. De eerste paar jaar waren loodzwaar, maar met vallen en opstaan leerden we voor ons meisje zorgen. Hoe groter en sterker ze werd, hoe meer we zelf mochten doen. Het gaat nu best heel goed met onze Evi. Haar premature geboorte heeft sporen nagelaten, maar we krijgen goede begeleiding. We leven niet meer in crisismodus. Twee jaar geleden kreeg Evi een klein, kerngezond zusje erbij.
En ik? Hoe gaat het nu met mij dan? Met dat moedergevoel is het wel goedgekomen. Ik geniet van mijn meiden, van elk stapje dat ze zetten, van het gevoel ‘wow, dit mensje is aan mij toevertrouwd’. Maar ook bij mij zijn sporen nagelaten. De valse start maakt dat het soms ineens heel onwerkelijk lijkt. Mijn moederschap voelt kwetsbaar, breekbaar soms. Dat zie je aan de buitenkant niet, maar af en toe bekruipt het me ineens.
Vandaag is het Wereldprematurendag. Een dag waarop aandacht wordt gevraagd voor de zorg voor de een op de 10 baby’s die te vroeg worden geboren. Enorm belangrijk. Maar vandaag denk ik even extra aan alle ‘preemie moms’ die ik de afgelopen jaren mocht ontmoeten. Stuk voor stuk met een eigen, vaak heftig verhaal. Deze dag lijkt me een uitgelezen kans om te zeggen: “Power to the Mama’s!”
Mama van twee | Getrouwd met Harmen | Geniet van het leven |www.veresterk.nl
2 Reacties
Comments are closed.
Herkenbaar wat je hier beschrijft. Dankjewel voor het zo onder woorden brengen…
ook ik heb een premature zoon gekregen en door mijn ziekte moest hij te vroeg gehaald worden. Dankbaar hoe goed het nu gaat… je blijft je daarbij zo goed herinneren hoe kwetsbaar en moeilijk, hoe kwetsbaar en mooi, maar ook hoe onzekere tijd het was aan het begin van zijn leven.
Ode aan alle papa’s en mama’s die hier doorheen gingen, gaan of nog moeten gaan.
Lieve mama, hier nog een premature zoon. Veel zorgen gehad de laatste weken of hij en ik het beide wel goed deden. Halsoverkop ver van huis bevallen. Dat was ook een valse start. Dankbaar dat zijn bliksem start super goed is gegaan en alles kinderartsen versteld deed staan.