-
30 jul 2020
-
Bemoediging, Geloof, Geloofsopvoeding
-
door Esther Houwink
-
2 comment
Afvalgoden
“Zeg mam, waarom waren er vroeger veel meer goden?”
“Hoe bedoel je, lieverd?” Terwijl ik naast mijn kleuter in bed lig tijdens het avondritueel, blijkt het tijd voor een diepzinnig gesprek.
“Nou, vroeger hadden ze veel meer goden en nu hebben we er nog maar Eén!”
Als ik doorvraag kom ik er achter dat juf op school geanimeerd verteld heeft over koning Salomo, die door zijn vele vrouwen verleid werd zich te keren tot andere goden.
“Hoe zagen die goden er dan uit?”
Ik vertel haar dat de mensen zelf beelden maakten en die namen gaven. Dat de mensen liever een god wilden aanbidden die ze konden zien, in plaats van een ‘onzichtbare’ God verheerlijken.
“De Here God noemt dit afgoden, omdat Hij graag wil dat Hij de enige God voor ons is,” leg ik uit.
“Maar wat moeten we met afvalgoden, als de Here God altijd bij ons is?” zegt ze.
Ik grinnik om haar zelfgekozen woordspeling.
“Stom is dat hè, dat ze niet genoeg hebben aan onze God.”
“Ja, echt stom! Ik wil geen afvalgoden, want ik hoor bij het volk van God. Hij is mijn enige God,” antwoordt mijn dochter wijs.
Glimlachend kijk ik haar aan, terwijl ik haar blonde haren uit haar gezicht strijk. “Ja, die afvalgoden hoeven we niet. Die kunnen we maar beter bij het vuilnis zetten, vind je niet?”
“Hihi, ja, echt wel!”
Als ik de trap naar beneden neem, betrap ik mijzelf op mijn eigen afvalgoden. Ik zou zo graag willen dat Hij, net als voor mijn vijfjarige, de Enige is. Dat ik geen afgoden nodig heb in mijn leven. Maar de realiteit is helaas regelmatig anders. Op sommige dagen is Hij ver van de bovenste plaats verwijderd en bungelt Hij ergens onderaan. Dan dien ik een hoop andere goden, die mijn gedachten, emoties en tijd opslokken. Omdat ik in mijn gedachten en handelen te veel met mijn eigen behoeften bezig ben in plaats van met God en mijn naasten. Of jaloezie de aandacht krijgt, omdat ik een mooi plaatje op Insta zie, waar ik hebberig van word. Met sommige dingen is an sich niets mis, maar wie of wat heeft nu werkelijk de hoogste plaats in mijn leven?
Godzijdank besef ik tegelijkertijd dat ik die afvalgoden in Zijn handen mag leggen. Mijn wens om God steeds groter te laten worden in mijn leven mag ik naar Hem uitspreken. Hij vernederde zich en betaalde de prijs om al mijn vuilnis op te halen. Hij beperkt Zijn ritten niet slechts tot één keer per week. Elk moment van de dag is Hij bereid om langs te komen. Ik hoef mijn afval alleen maar bij De Weg te zetten.
Mama van vier dochters | Docent in het Mbo | Oog voor detail en georganiseerd | Houdt van zingen en een goed gesprek | Mét koffie en wat lekkers
2 Reacties
Comments are closed.
Wat ontzettend heerlijk om dezelfde soort gesprekken te lezen die ik met mijn vijfjarige dochter ‘s avonds in bed heb… dankjewel voor het mooie beeld dat we het afval bij de Weg mogen zetten!
Dankjewel voor je reactie! Wat een geweldige genade, hè?