-
22 jan 2020
-
Geloof, Gezin, Moederschap
-
door Martine Hartog-Eysink
-
4 comment
Bang voor (n)iets
Heel even bekruipt me dat enge gevoel met de gedachte: Ze is toch niet in haar slaap overleden? Onze jongste dochter van 6 besloot vandaag spontaan uit te slapen. Iets wat ze nog nooit heeft gedaan. En even is daar dus weer die allesverlammende angst om nog een kind kwijt te raken. We verloren ons derde en vierde kindje door een niet-erfelijke aandoening en door een infectie in de placenta. Oftewel: twee keer in anderhalf jaar tijd ’domme pech’, zoals de artsen het noemden. Een omgekeerd lot uit de loterij.
Die gebeurtenissen hebben diepe sporen nagelaten. Het vertrouwen in de gezondheid van onze kinderen is daardoor niet vanzelfsprekend. Bij koorts geef ik het liefste direct een zetpil zodat ze zich maar beter voelen. Mede door het overlijden van onze jongens ben ik me er ten volle van bewust dat er zomaar iets kan gebeuren en dat er geen tijd is waarin je het had zien aankomen.
Zoals toen die infectie de kop op stak, waardoor ons vierde kindje een paar uur later veel te vroeg levenloos ter wereld kwam. Ik weet niet wat het komende uur me brengt en als dingen anders gaan dan anders, dan gaan bij mij de alarmbellen af. Met name als het met onze kinderen te maken heeft. Zoals nu, met het uitslapen.
Ik schrik deze ochtend zelf om 8.30 uur wakker. Ik ben nog moe van de vorige avond waarop ik een uitje had met een vriendin. De oudste twee kinderen liggen stilletjes tv te kijken. Ik sleep mezelf naar de woonkamer, direct het bed weer in dat daar staat. Normaal is onze jongste toch echt op dit tijdstip al lang en breed wakker. Het liefst zou ik nu even snel de trap op lopen om mijn vinger onder haar neus te houden om te zien of ze nog ademt. Maar even naar boven sprinten gaat nou net niet vanwege mijn bekkeninstabiliteit.
Ik probeer me snel over mijn wel erg dramatische gedachte heen te zetten. Ik praat tegen mezelf: ’Doe normaal. Ze is gezond, gisteravond was ze niet eens verkouden. Ze ligt gewoon te slapen.’ Maar het gevoel dat het volgende moment alles anders kan zijn, verdwijnt niet zomaar. Het maakt me bij vlagen kwetsbaar en onzeker. Toch realiseer ik me ook dat ik mijn leven niet zelf in de hand heb.
Wat ik heb geleerd door het overlijden van Luca en Jefta, is dat in God geloven niet betekent dat alles goed gaat in mijn leven. Of dat alles verloopt volgens plan, als ik maar genoeg bid. En dat gebed niet altijd verhoord wordt op de manier zoals ik dat graag zou willen. Geloven betekent voor mij dat God erbij is, wat er ook gebeurt en in welke situatie ik ook zit. Hij is er bij in vreugde én als ik bang ben voor (n)iets.
Ik herinner me ineens dat ook mijn oudste twee wel eens een spontane uitschieter met uitslapen hebben gehad. Ik bid in mezelf om rust en relativeringsvermogen. Ik besluit nog even te wachten voordat ik één kind naar boven stuur om te gaan kijken. Ik hou vol tot 9.15 uur. Net als ik de oudste vraag om de jongste wakker te maken, hoor ik voetstapjes op de ietwat krakende trap. Ik voel direct de opluchting. Nog geen minuut later komt er een heerlijk slaapkoppie de woonkamer binnenlopen. Ze zegt niets, loopt met half open ogen en wijde armen naar me toe en komt bij me liggen. Uitslapen is duidelijk vermoeiend. En ik? Ik zeg niets, haal opgelucht adem en geniet van het geknuffel.
Mama van 5, waarvan Jezus voor 2 zorgt, chronische bekkeninstabiliteit, (on-)beperkt creatief, houdt Jezus, van de natuur, verse thee mét chocola en een goed boek.
Zo herkenbaar.. niets is meer hetzelfde. De onbevangenheid van voor het overlijden (ongeneeslijke ziekte) van ons zoontje is weg. De angst om opnieuw 1 van onze kinderen te verliezen..
Zijn kracht en liefde geeft rust, maar de ene keer meer dan de andere keer.
Twee kindjes in de hemel door dikke pech.. wat een heftig verhaal. Sterkte om steeds weer een weg te vinden om het te dragen!
Die komt binnen. Ook wij hebben een kindje in de hemel, een niet erfelijke afwijking. Net toen ik vertrouwen kreeg dat de zwangerschap goed zou gaan kregen we bij 20 weken te horen dat hij ziek was. Bidden om een wonder, hopen op God, maar ook mogen zien dat God ons leven wonderlijk leidt. Het grootste verdriet was te dragen door Hem die kracht geeft. God deed het wonder anders dan wij hoopten, maar het is goed.
Wat een verdriet, 2 kindjes te moeten missen.
Ongerustheid over de andere kinderen, bezorgdheid die een ander niet echt begrijpt, ik snap je wel.
Wow Martine. Wat heftig. Kreeg er tranen van in mijn ogen. Bedankt voor je openheid ♡.
Lieve Martine , Mooi beschreven en zo herkenbaar! Wat een Genade dat God altijd met ons meegaat, Hij laat niet los! X rianne