-
22 apr 2020
-
Geloof, Moederschap, Rust & Balans
-
door Esther Houwink
-
0 comment
Blijf ademhalen
Zondagavond 21.30 uur. “Laten we wat regels afspreken, zodat we de komende weken met school van de meiden en ons thuiswerken zo soepel mogelijk doorkomen,” stel ik voor aan mijn man, voordat we het weekend afsluiten.
De volgende ochtend drop ik een waslijst aan regels bij de kinderen en worden de teugels weer wat strakker aangetrokken. Vaste structuur in de dag, goed luisteren naar papa en mama, meehelpen in het huishouden en de muzieklessen niet vergeten. En last but not least: serieus met schoolwerk bezig.
Als we van start zijn, loop ik humeurig en foeterend door de woonkamer. “Jullie hebben je bedden nog niet opgemaakt,” roep ik tegen de oudste twee. “Stop eens met springen op de bank!,” roep ik tegen de hyperactieve kleuter. “Luister gewoon!“, flap ik eruit. Dan schiet mijn man me aan: “Joh, doe ‘s rustig! Volgens mij moet jij nog het meest wennen aan deze nieuwe situatie,” zegt hij met kalmerende stem.
Ik ga aan de keukentafel zitten. Voordat ik mijn laptop opstart om aan het werk te gaan, besluit ik eerst maar eens op adem te komen bij mijn Vader. “Ik kan dit niet, Heer. Hóe ga ik dit doen? Kinderen thuis en werken. Het gezellig houden in huis. Hoe?” Langzaam word ik rustig van binnen en met playlist met christelijke muziek op de achtergrond voel ik mijn stress wegebben.
Voor nu is dit genoeg.
De rest van de week verloopt hectisch en lichtelijk chaotisch. Als docent in het mbo en coördinator van examens komt er veel op me af en weet ik van gekkigheid soms niet waar ik mijn werk moet beginnen of eindigen. Ik heb amper tijd om ‘thuisjuf’ te spelen. De hagelslag en de broodkruimels van het ontbijt op maandag liggen op vrijdag nog steeds op de vloer. De kinderen redden zich wonderwel goed in deze situatie. Blijkbaar heeft de set regels enige structuur en regelmaat geschapen.
Aan het eind van de week ben ik uitgeput. Nachtenlang slaap ik amper door een vreselijke adrenalinekick, veroorzaakt door de overload aan werk. Op adem komen is er niet bij.
Na een korte ‘opblijfvrijdagavond’ voor de kleuter, kruip ik bij haar in bed. “Mama, vanavond wil ik zelf bidden. Niet samen.” Normaal doen we het met z’n tweeën, zin voor zin, maar dit voorstel juich ik uiteraard van harte toe. Terwijl we samen onder de wol liggen, hoor ik haar vol vertrouwen zeggen: “Lieve Vader in de hemel, dank U wel voor deze dag. Wilt U op ons passen vannacht? En wilt U zorgen dat mama ook lekker slaapt? Dit bid ik U in Jezus naam, amen.” Ik voel tranen in mijn ogen en fluister er nog achteraan: “En dat het Coronavirus snel weg mag gaan.”
Verontwaardigd reageert mijn dochter op mijn gebed: “Maar ma-ham, dat weet de Here God toch alláng!” Ze nestelt zich dichter tegen me aan, legt haar armpjes om mijn nek en geeft me een kus op mijn voorhoofd. Alsof ze zeggen wil: “Deze hectiek gaat over, mam. Het komt goed. Gewoon blijven ademhalen.” Meer dan dit heb ik nu niet nodig.
Adem in, Adem uit.
Mama van vier dochters | Docent in het Mbo | Oog voor detail en georganiseerd | Houdt van zingen en een goed gesprek | Mét koffie en wat lekkers