-
26 aug 2016
-
Baby, Moederschap
-
door Heidi Bikker
-
0 comment
Een leren romper mét open kruis
Mijn baby van 6 maanden oud ligt op zijn verschoningsmat. Beentjes in de lucht, het is tijd voor een schone luier. Ik ben weer eens in een rare liedjes-zing-bui. Terwijl ik de drukknoopjes van zijn romper losmaak, zing ik vrolijk het bekende liedje ‘Hoedje van papier’: “Eén, twee, drie, vier”. Ik kijk mijn zoontje met een gek gezicht aan en vervolg mijn liedje: “Romper van papier.” Op het randje? Nee. Maf? Een beetje misschien. Ik grinnik en vraag aan mijn zoontje: “Heb jij een romper van papier? Dat is niet zo handig als je luier overloopt met plas.”
Muzikaal ben ik absoluut niet, maar ik ben wel goed in rare parodieën op bestaande liedjes verzinnen. Soms zijn ze vooral maf, de andere keer op het randje. En heel af en toe ga ik net over het randje heen. Zonder een kind om je heen, kun je je dit soort dingen nog wel eens permitteren. Maar met een kind dat alles wat je zingt of zegt van je over kan gaan nemen, is dit niet altijd even handig.
Na ‘Romper van papier’ had ik eigenlijk moeten stoppen. Maar nee, hoor. Ik moest zo nodig doorgaan. Direct daarachteraan plak ik het liedje ‘Zakdoekje leggen’: “Eén van stof en één van leer, hier leg ik mijn romper neer.” Ik trek een gekke bek terwijl ik mijn zoontje aankijk. “Heb jij een romper van leer?”, vraag ik hem: “Zo eentje met een open kruis?” HOUD. NU. JE. MOND. Maar ik ga gewoon door en zeg: “Dat is wel handig als je moet plassen, zo’n open kruis.” Ik schiet in de lach. En mijn zoontje doet gezellig mee. Op het randje? Check!
Mijn zoontje ligt kort daarna heerlijk te slapen en ik zit beneden met een kopje koffie. Alhoewel ik mijn show van daarnet eigenlijk best wel grappig vond, besef ik me dat ik hier wel mee op moet passen. Nu is hij 6 maanden en lacht hij om alles wat ook maar enigszins grappig klinkt qua geluid. Maar ik wil niet dat hij over een paar jaar aan oma vraagt of zij ook een leren pakje heeft met een open kruis. Ik besluit dat ik de liedjes zingende troubadour in mijn hoofd ontsla. Moeders zingen geen rare liedjes. Moeders doen normaal en daarmee uit. De troubadour loopt treurig weg. De laan uitgestuurd.
Even later klinkt er vrolijk gebrabbel door de babyfoon. Ik kom boven en ruik een flinke bruine damp. “Zo meneer, ik ruik dat het tijd is voor een schone luier,” zeg ik terwijl ik Ezra op de verschoningsmat leg. Ik maak zijn luier los en besluit om maar gelijk even duidelijk te zijn. Dus ik meld hem: “Mama gaat serieus doen, geen rare praat en liedjes meer vanaf nu.” Ik heb het nog maar net gezegd en ik zie ineens een gele straal plas in een flauwe boog voorbij komen. Eén blik op mijn zoontje maakt duidelijk dat hij direct in bad moet.
Ik loop naar de badkamer en zet de kraan van het bad aan. Dit was duidelijk, dit deed hij uit protest. Meneer wil overduidelijk niet dat ik stop met de gekke liedjes. Ik roep de troubadour snel weer terug en vraag hem of hij maffe liedjes wil blijven zingen. Op het randje mag nog net, spreek ik met hem af. Het water stroomt in het bad. Ik giet er wat babyolie in en gooi twee badeendjes in het water. Geïnspireerd door de zwemmende gele kwakers zet de troubadour vrolijk het volgende liedje in. Luidkeels zing ik: “Alle eendjes plassen in het water. Falderalderiere.”

Heidi Bikker | Moeder van een jongen en meisje | Getrouwd met Josia | Schrijver die graag leest | Gelooft met passie | Gevoelsmens | Natuurliefhebber| Taartjesfanaat