-
16 dec 2021
-
Bemoediging, Blogs, Geloof, Zorgen voor elkaar
-
door Esther Houwink
-
0 comment
Een waxinelichtje is goed genoeg
Met gemengde gevoelens start ik na ruim vijf maanden zwangerschapsverlof mijn werklaptop weer op. Zojuist heb ik mijn jongste dochter weggebracht voor een wenochtend op het kinderdagverblijf en heb ik een paar tranen weggeslikt. Tegelijkertijd heb ik ook zin om wat anders te doen dan voeden, verschonen, troosten en lachjes uitlokken.
Voordat ik me moet melden bij een online vergadering, scan ik nog even mijn mailbox. Mijn oog valt direct op een bericht van een collega. Gedurende mijn afwezigheid heeft ze een taak waargenomen die doorgaans op mijn bordje ligt. In een helder overdrachtsdocument beschrijft ze de ontwikkelingen van de afgelopen maanden en daardoor rol ik moeiteloos weer in het werk. ‘Wow, wat een fijne overdracht heb je geschreven! Superbedankt!,’ reageer ik terug.
‘Je kunt haar wel even een kaartje sturen,’ hoor ik in gedachten.
Normaal wuif ik zo’n gedachte weg onder het mom van: dat past nu even niet en doe ik later wel. Of: is dat niet wat overdreven? Een bedankje via de mail is toch ook goed genoeg? Een blik op de klok laat zien dat ik nog vier minuten heb voordat de vergadering start. Vier minuten waarin ik nog meer mail kan wegwerken. Of zal ik tóch dat kaartje sturen? Ik besluit, tegen mijn gewoonte in, het laatste te doen. Snel ga ik naar een website die voor mij een kaartje kan versturen en kies er eentje uit. Mijn vingers vliegen over de toetsen als ik een bericht tik, waarin ik haar nogmaals bedank en iets persoonlijks schrijf. Ik klik op ‘verzenden’ en duik mijn vergadering in.
Twee dagen later spreek ik de collega van het kaartje. Ze vertelt me direct wat haar de dag daarvoor is overkomen. Ze was plots niet lekker geworden en had een middag lang onderzoeken in het ziekenhuis gehad. Bij thuiskomst vond ze mijn kaart in de brievenbus en hoe die haar raakte. ‘Alsof er een engeltje op mijn schouder landde,’ zei ze.
Ik was beduusd. Wat als ik die fluistering in mijn gedachten wederom aan de kant had geschoven?
Toen ik hierover nadacht moest ik denken aan wat Jezus tegen Zijn discipelen zegt in Matteüs 5: ‘Jullie zijn het licht voor de wereld.’ Dit gold niet voor één discipel in het bijzonder, omdat hij bepaalde kwaliteiten bezat. Nee, Jezus zei dit tegen al zijn discipelen. En Hij zegt dit ook tegen mij. Ik hoef geen lichtje te worden; ik bén het al. Omdat Gods Geest in mij woont. De Geest die ook in Jezus was, toen Hij hier op aarde één groot Lichtbaken was voor velen. De Here Jezus vertelt ook over een olielampje. Een lampje dat in die tijd van zichzelf weinig licht gaf en daarom hoog moest worden neergezet.
Deze les van Jezus geeft me ontspanning. Ik mag luisteren naar wat Hij in gedachten brengt en daarnaar handelen. Ik mag erop vertrouwen dat Hij mij brengt in situaties waar ik licht mag zijn. En dan vraagt Hij mij niet om een bouwlamp van 2000 Watt te zijn, een waxinelichtje is goed genoeg. Dat is bovendien stralend en sfeervol licht in deze donkere dagen. Precies goed.
Meer blogs lezen? Dit is afgelopen week ook gepubliceerd:
Mama van vier dochters | Docent in het Mbo | Oog voor detail en georganiseerd | Houdt van zingen en een goed gesprek | Mét koffie en wat lekkers