
-
27 okt 2019
-
Opvoeding, Peuter
-
door Heidi Bikker
-
0 comment
Fases eetgedrag peuter
‘Ga je lekker?’, vraag ik als mijn zoontje weer eens in zijn neus aan het peuteren is. Van sommige fases hoop je dat ze niet te lang duren. Dit is er zo eentje. Mijn peuter graaft momenteel zo ongeveer non-stop in zijn neus. Ongegeneerd en werkelijk overal. Tijdens het TV kijken, maar ook in de supermarkt als er gevraagd wordt of hij een stukje worst lust. Om de handeling nog een tikje ranziger te maken steekt hij als afsluiter de bewuste vinger in zijn mond. Of er nou iets aankleeft of niet. Om misselijk van te worden, zeker tijdens het eten. ‘Stop maar met dat gepeuter’, zeg ik en ik schuif zijn bord naar hem toe. ‘Eet maar lekker.’
‘Dit hoef ik niet’, antwoordt hij stellig en hij bekijkt de stukjes broccoli op zijn bord kritisch. Met zijn vork schuift hij ze demonstratief naar de rand en hij stort zich op de aardappeltjes.
‘Wel even proeven’, ik tik op de groene stukjes, maar hij schudt zijn hoofd afkeurend. Soms werkt het om de hapjes voertuigen te laten zijn, maar soms is het na een likje aan een stukje groente klaar. Het zal ook wel een fase zijn, hoewel deze al erg lang duurt.
Als hij achttien is zullen de meeste dingen toch wel afgeleerd zijn. En de goede dingen hopelijk aangeleerd. Hopelijk schuift hij tegen die tijd de groenten niet afkeurend aan de kant als hij voor het eerst bij de ouders van zijn vriendinnetje gaat eten. En hopelijk zegt hij dan netjes ‘Bedankt voor het mee-eten’ zonder dat er iemand hoeft te vragen: ‘Wat zeg je dan tegen die mevrouw?’
Ik hoop, hoop, hoop dat hij daar aan tafel dan niet ongegeneerd in zijn neus zal wroeten. Gelukkig duurt het nog even voordat het zover is.
In de komende vijftien jaar doe ik mijn best. Om hem te coachen, te leren en te laten ontdekken. Want daar bestaat het leven uit. Nu is hij drie, maar volgend jaar breekt er een nieuwe periode aan: de basisschool en alle perikelen die daarbij horen, met uitdagingen voor hem en mij. Als ik andere en meer ervaren moeders moet geloven; het is zo voorbij en dan is hij achttien.
‘Ik vind het echt heel vies’, met een vertrokken gezicht kijkt hij naar het ieniemienie stronkje broccoli op zijn vork. Zijn tong heeft het stukje amper geraakt. Zijn aardappeltjes en vlees zijn wél op. ‘Ik zit vol’, zegt hij op wijze toon. ‘Dit past er echt niet meer bij.’ Hij legt zijn vork neer en stopt zijn vinger weer in zijn neus en gelijk weer in zijn mond.
Tsja. Groenten hoeft hij in deze fase misschien niet, maar hij zorgt er op zijn eigen manier wel voor dat hij evengoed wat groens binnenkrijgt.

Heidi Bikker | Moeder van een jongen en meisje | Getrouwd met Josia | Schrijver die graag leest | Gelooft met passie | Gevoelsmens | Natuurliefhebber| Taartjesfanaat