-
10 apr 2019
-
Gezin, Peuter, Rust & Balans
-
door Heidi Bikker
-
1 comment
Ik kan mezelf niet horen denken
“Hou eens even je mond. Ik kan mezelf niet eens horen denken,” bijt ik hem toe. Vanachter mijn laptop kijk ik mijn peuter aan met een donkere blik. “Ik moet even werken en als jij zo’n herrie maakt kan ik niet denken.”
Abrupt eindigt zijn spraakwaterval en stilletjes speelt hij verder. Mijn driejarige kan me een partij kletsen, zijn mondje staat eigenlijk nooit stil. Alleen als hij slaapt of een filmpje kijkt zegt hij niks. Meestal vind ik zijn gebabbel heerlijk, maar nu… ik kan het niet hebben. Rust wil ik en stilte. Absolute stilte.
Sinds de kleine man ’s middags niet meer een middagdutje doet komt mijn planning aardig in het gedrang. Op zijn slaapmoment schreef ik vaak of had ik even tijd voor iets voor mezelf. Maar nu heb ik overdag eigenlijk geen verloren ogenblikje voor mezelf meer en dat frustreert me. Ik mag al blij zijn als ik even alleen naar de wc kan, zonder dat de deur opengetrokken wordt en er wordt gevraagd wat ik aan het doen ben.
Na mijn uitbarsting blijft het misschien een minuut stil en daarna gaat de kleine man op volle sterkte weer verder. Mijn hart klopt driftig in mijn borstkas terwijl ik me probeer te concentreren op wat ik aan het schrijven ben. Dit is gewoon kansloos. Tijd voor mezelf met een peuter om me heen is geen optie. Met een diepe zucht klap ik mijn laptop dicht en loop de kamer uit.
“Mama, wat ga je doen? Mag ik mee?”, klinkt het achter me.
Tijdens het avondeten ben ik stiller dan anders. De drukte in huis gaat onvermoeibaar door, maar mijn hoofd wil zich afsluiten en alvast gaan slapen. Er wordt iets aan me gevraagd, maar ik hoor het amper totdat mijn man zijn hand op mijn arm legt.
“Gaat het wel?”
“Ik kan mezelf niet horen denken,” zeg ik voor de tweede keer die dag. Ik zucht diep en wrijf in mijn ogen.
“Neem dan even de ruimte,” zegt hij.
Ik lach schamper. “Hoe dan? Wanneer dan? Er is altijd wel iets te doen.”
“Nu. Nu hoef je niets te doen.”
Na wat morren en protesteren geef ik me er toch aan over. Alles even loslaten is niet zo eenvoudig. Maar na aandringen van zijn kant sluit ik me op in de slaapkamer. Eindelijk is er stilte, ik hoor mijn gedachten weer. “Goed zo,” zeggen ze, “dit heb je nodig. Alles is nu anders. Er is minder tijd voor jezelf, maar die momenten kun je wel creëren. Laat je soms maar ontzorgen, je kan niet altijd aan staan. Soms moet je even op stand by. En koester die lieve vent die dat mogelijk maakt.”
Heidi Bikker | Moeder van een jongen en meisje | Getrouwd met Josia | Schrijver die graag leest | Gelooft met passie | Gevoelsmens | Natuurliefhebber| Taartjesfanaat
Wat herkenbaar de behoefte aan stilte om je heen. Wij hebben inmiddels drie kinderen en dan zijn die momenten zeldzaam. Maar ik ben twee jaar geleden begonnen met opstaan voor de rest vab t gezin. En begin de dag dan in rust, hierdoor kan ik de hele daf veel beter aan.