-
12 mrt 2019
-
Gezin, Opvoeding
-
door Joanneke Wiersma
-
1 comment
K*t, ze spreken schuttingtaal
‘Hé, de woorden poep en pies
Die zijn niet netjes, die zijn vies
Je moet die woorden niet gebruiken
Anders ga je d’r naar ruiken
Nee, de woorden poep en pies
Zijn erg onnet en erg vies’
(Uit: het poep en piesmenuet, van Aart Staartjes, Joost Prinsen en Wieteke van Dort)
Ze leren ze op school. Echt, die vieze woorden hebben ze niet van mij. Ik zeg nooit per ongeluk ‘kut’ als ik iets laat vallen. Soms zeg ik wel ‘K’, of ‘ku’, maar de ‘t’ slik ik dan nog net op tijd in. ‘Fuck’ zeg ik ook nooit. Ook niet als de auto niet wil starten en het broodsmeren en de gymtassen pakken al vijf minuten langer duurt dan normaal. Echt niet.
‘Oh mam, dat mag je niet zeggen!’ Gelukkig weten ze wel hoe het hoort. Ze verbeteren me zelfs af en toe. Heel af en toe maar hoor, want ik gebruik eigenlijk nooit schuttingtaal. Waar leg je de grens hè? Wat mogen ze wel zeggen en wat niet? Mag ‘jeetje’ bijvoorbeeld? Of is dat afgeleid van Jezus en is het not done om een verbastering van Zijn naam zomaar te gebruiken? ‘Getsie dan’? Dat komt van, nou ja, je weet wel. En dat is natuurlijk echt heel erg, als je zelf om verdoemenis vraagt.
Ik vind het ingewikkeld. Ben ik heel eerlijk in. Er zijn van die moeders die zichzelf aanleren om chips te zeggen als ze met een hamer op hun vinger slaan. Heb ik respect voor. Serieus. Ik heb toch het gevoel dat ik dan net zoiets zeg als dat mijn bevalling naar meer smaakte. Zo’n woord dekt voor mij niet de lading van de pijn die er op zo’n moment is. Maar toen ik in het pashokje van een of andere lingeriezaak stond, een van mijn kinderen het deurtje opengooide en keihard riep: “Mama heeft TIETEN”, vond ik dat toch niet goed.
Waar ligt de grens? Dat zal voor iedere ouder anders zijn. Mijn man en ik merken dat het veel te maken heeft met wat je van huis uit meekreeg. Dat bepaalt voor een groot deel de gevoelslading die je aan woorden geeft. En er zit eigenlijk ook best een leuke kant aan: als je kinderen vieze woorden kunnen zeggen, betekent dit dat ze kunnen praten. En praten over vieze woorden en wat voor associatie je daarbij hebt, kan heel verhelderend werken.
‘Weet je eigenlijk wat kut betekent?’, vraag ik als ik het woord voorbij hoor komen. Nou nee, dat weet ze niet. ‘Dat is een ander woord voor je vagina, dat wat je tussen je benen hebt. Misschien moeten we dat voortaan gebruiken, is iets netter.’ Dat is dan volgens haar toch ook weer niet de bedoeling. Is dat ook weer duidelijk. Hopelijk helpt de gene ons allemaal om het netjes te houden de komende tijd.
PS. De avond dat ik dit blog schrijf is er op het Friese journaal groot nieuws. Er is een nieuw woord aan de Friese taal toegevoegd: flomke. Je kunt misschien wel raden waar dat voor is. Het bekt me toch een potje lekker. Als we het geheim houden met elkaar hebben we er een zalige en keurig klinkende krachtterm bij. Flomke it is :-).
Foto: Unsplash – JJ Jordan
Schrijft | Communiceert | Moeder van drie | Houdt van haar hottub | Wordt blij van mooie gesprekken | www.zin-communicatie.nl
1 Reacties
Comments are closed.
Heerlijke blog en helemaal herkenbaar. Ik voel me altijd zoooo slecht als ik die woorden zeg , en ken niet veel anderen die het wel zeggen!
Laatst zei onze middelste k*tpapa, dat vond ik wel een rottig gevolg. Dan realiseer ik me meer hoe lelijk t klinkt.
PS ook Fries: blikje piebe . Mijn man roept af en toe: BLIKJE! als er iets mis gaat