-
06 dec 2023
-
Blogs, Geloof, Rust & Balans
-
door Saskia Mootz
-
0 comment
Luizen kammen als een eekhoorn
We staan op het punt om op visite te gaan als ik nog even snel een staart wil maken bij onze dochter van 5. Ik strijk wat haren bij elkaar en zie ineens iets wat ik absoluut niet wil zien. Om het zeker te weten, zet ik haar bij het raam voor wat daglicht. Helaas, ik heb het toch goed gezien: er lopen beestjes over haar hoofd. Luizen. Ik krijg er spontaan jeuk van. Het liefst gooi ik dan ook alles in de was wat maar een luis kan bevatten. Maar voordat ik als een kip zonder kop in de aanvalsmodus ga tegen de luizen, maan ik mezelf tot rust en overleg met mijn man wat we het beste kunnen doen.
Een rondje internet verder weten we dat luizen niet overleven op een andere plek dan een hoofd en dat wassen van kleding niet eens per se nodig is. Ook antiluisshampoo schijnt geen garantie te geven dat de luizen wegblijven. Kammen is eigenlijk de enige oplossing. Veertien dagen lang, elke dag! Naar de winkel voor een luizenkam dus; de visite moet maar even wachten.
Heel veel geduld en kammen later (met respect voor onze dochter, die het allemaal rustig ondergaat), zijn de meeste luizen verwijderd. Voor de zekerheid kam ik mijn eigen haar toch ook maar even en ja hoor: de luizen vallen bij bosjes de wasbak in. Bij elke luis die ik zie, voel ik de weerstand in mijn lichaam groeien. Dan zullen mijn 3-jarige dochter en mijn man er vast ook niet aan ontkomen. Ik wil geen veertien dagen lang voor vier personen nog een verplicht nummer toevoegen aan het dagritme. Er moet al zo veel. Bovendien is het niet bepaald een pretje: elke keer die natte haren en die akelige kam. ‘Heer, ik wil niet, help’, mompel ik.
Die hulp komt de volgende dag uit onverwachte hoek. Tijdens de fietstocht naar school bespeur ik dat ik aan het piekeren ben. Gedachtes van protest buitelen over elkaar heen. Dat heb ik soms. Het hoort misschien een beetje bij het moederschap. Er is veel wat moet of onverwachts gebeurt en niet alles is leuk.
Maar dan zie ik in mijn ooghoek een eekhoorntje in de berm zitten. Hij merkt mij ook op, loopt rustig een stukje opzij en verdwijnt op zijn gemakje in een boom. De schoonheid van het beestje en zijn rust ontroeren me. Hij accepteert de omstandigheden en past zich aan. Gelaten misschien, maar zonder verzet. Op dat moment weet ik dat ik die eekhoorn kan zijn. Vaak lukt het namelijk wel om me over te geven aan de omstandigheden, om los te laten. ‘Geef het aan mij’, fluistert God. ‘Laat het maar waaien’, zucht de wind.
Meteen voelt het hele luizengebeuren een beetje lichter. Ik moet me er gewoon aan overgeven. Met mijn God spring ik over een muur (Psalm 18:30), dus ik laat het los. We gaan gewoon kammen. Veertien dagen lang. Tot onze haren net zo mooi zijn en glanzen als de staart van een eekhoorn.
Ik ben Saskia, 41 jaar oud, getrouwd met Willem Jan en mama van twee dochters (4 en 2). Naast het mama zijn, geef ik les op het HBO en zoek ik regelmatig het kind in mezelf op door toneel te spelen, te schrijven en te dansen.