
-
04 dec 2020
-
Gezin, Rust & Balans
-
door Sanne Vels
-
0 comment
Makkers staakt uw wild geraas
Zie de maan schijnt door de bomen
Makkers staakt uw wild geraas
Ik glimlach als dit Sinterklaasliedje in mij opkomt terwijl ik de prachtig heldere maan aan de hemel bewonder vanuit ons slaapkamerraam. Het is rustig geworden, zowel buiten als binnen. Onze kleine mannen slapen. Gelukkig, want dat wild geraas, ja, dat is het wel de laatste dagen. Decemberdrukte alom in die koppies. De dagen worden korter en regenachtiger. En dat terwijl de energie en de behoefte om te bewegen exponentieel toeneemt.
Makkers staakt uw wild geraas. Ik grinnik. Is er ooit een tijd geweest dat we kinderen met ‘u’ aanspraken? Ik vraag me af vanuit welk perspectief dit liedje is geschreven. Misschien vanuit een moeder zoals ik, maar dan tig jaar geleden? Misschien dacht zij net zoals ik: kan het even een tandje minder, jongens? Iets rustiger graag? Makkers, kom op: Staakt. Dat. Wild. Geraas.
Met een gevoel van herkenning loop ik de trap af. Wat kan het toch heerlijk relativerend zijn, te weten dat er niets nieuws onder de zon is. Kinderen zijn vol leven en ze hebben bakken met enthousiasme. Fijn om te weten dat dat van alle tijden is.
Ik zoek nog even wat op over dit bekende Sinterklaaslied en het blijkt door een man geschreven te zijn. Het zij zo, voor het gevoel van herkenning maakt het me niet uit. Het laatste couplet begint trouwens met de zinnen:
Maar ik vrees niet dat wij klagen: Vader, moeder zijn zo goed.
Waren w’ook niet alle dagen, vele waren wij toch zoet
Dat is ook echt zo. Onze jongens doen het super goed. Wat geniet ik hoe ze samenspelen en creatieve ideeën hebben. Kleedjes, (bank)kussen, krukjes en stoelen zijn geweldig huttenbouwmateriaal. Er spelen zich hele avonturen af in ons huis. Voor hun spel hebben ze echt alle dingen uit de keukenkastjes nodig en speelgoedmanden gaan één voor één op de kop: manden zijn namelijk hele leuke boten die je over de vloer kunt slepen terwijl je broertje erin zit. De krassen op de houtenvloer? De levensduur van de bank? Dat je alles straks weer moet opruimen? Tja, daar maken kleine avonturiers zich absoluut niet druk over.
En toch. Het geeft niet.
Ban dus vrij de vrees van ‘t hart,
‘k wed er ligt geen enkele gard
Dit zijn de laatste zinnen uit dit Sinterklaaslied uit 1845. En die regels gelden hier nu nog. Natuurlijk ben ik wel eens boos als er weer iets stuk gaat of het hier een grote bende is. Maar stiekem benijd ik dat kinderlijk enthousiasme en klein geluk, evenals hun tomeloze energie. Heerlijk om zo vrij als een kind te zijn, te bruisen van leven. Te denken in mogelijkheden en avonturen. Waar ben ik die onbevangenheid kwijtgeraakt? Vraag ik mijn kinderen niet veel te vaak zich aan te passen aan mij?
En ineens weet ik waar mijn hart vol verwachting van gaat kloppen: ik neem mij voor de komende maand bij elk enigszins geschikt weertype met onze jongens naar buiten te gaan. We gaan rennen in het bos, fietsen door straten in de buurt en stampen door de plassen. Zelf doe ik net zo hard mee. Kom makkers, we gaan. Uitrazen maar.

Sanne Vels | dorpsmeisje | rent achter drie ondernemende jongens aan | getrouwd met de leukste boer van de wereld | creatief | dromen | visie | thee | geniet van het op reis zijn met de Grote Vader | Leert elke dag van haar kroost