
-
26 jul 2022
-
Bemoediging, Blogs, Gezondheid, Zwanger
-
door Sanne Vels
-
0 comment
Papa’s reusachtige handen in de couveuse
‘Mag ik hem vandaag vasthouden? Slaapt hij al lang?’ Onzeker kijk ik vanuit mijn ziekenhuisbed naar mijn baby in een plastic couveuse. Ze hebben me hierheen gebracht. Mijn bed in de lift geduwd en vervolgens door gangen met klapdeuren gereden naar hier. Ik ben op bezoek bij mijn eigen kind, het voelt onwerkelijk. Ik probeer mijn lichaam iets te verplaatsen zodat ik mijn baby wat beter zie en voel een pijnscheut door mijn buik. O ja, mijn keizersnede. Voor mijn gevoel kan die wond elk moment weer openspringen.
De verpleegsters zijn druk met andere baby’s en mijn man en ik wachten. Kijken zwijgend om ons heen. Wat een overweldigende plek. Piepjes en suizende geluidjes verbreken de stilte rondom de couveuse. Hartslag, ademhaling, hersenactiviteit, zuurstof in het bloed, tempratuur: alles wordt geregistreerd. Ik blijf maar naar de couveuse kijken. Een soort plastic nepbaarmoeder is het, met warmte, voeding en zuurstof. ‘Wat had ik je graag nog langer bij me gedragen, lieverd’, schrijf ik in mijn dagboek die dag.
Alweer neig ik met mijn hand naar mijn buik te gaan, met de gedachte dat ik hem voel bewegen. Het is alsof mijn brein nog moet wennen aan een lege buik. Je had nog onder mijn hart moeten zitten, kleine baby. Nu lig je daar tussen slangetjes en snoeren. Ieniemienie luiertje aan, een teer glazig huidje een mutsje van het ziekenhuis. Tranen rollen over mijn wangen.
Het is nog maar twee weken geleden dat ik met 32 weken zwangerschap bij de verloskundige zat en het goed mis bleek. En nu zijn we hier. Dankbaarheid en onrust vechten om de aandacht. Hoe kan ik hier moeder zijn? Na de geboorte van mijn andere jongens draaide de eerste dagen om vasthouden, borstvoeding geven en bewonderen. Nu is er niets van dit alles. Ik voel me verloren en verdrietig.
Verstandelijk weet ik dat het niet zo is, maar gevoelsmatig ben ik mijn zeggenschap als moeder kwijt en is deze baby nu niet meer van mij, maar van het personeel op deze afdeling. Zat je nog maar in m’n buik, kleine jongen. Het wachten lijkt tijden te duren, maar ineens herinner ik me wat mijn verloskundige twee weken geleden zei: ‘Onthoud dat het over jouw kindje gaat daar in dat ziekenhuis, oké?’ Nu snap ik het. Het contrast met een paar dagen geleden is zo groot, dat ik bijna zou vergeten dat hij het was die al de tijd in mijn buik zat. Dit is mijn kind. Toen was hij nog deel van mijn lijf en nu hoort hij nog steeds bij mij! Het gaat misschien niet vanzelf, maar ik zal alles doen om mijn baby bij me te hebben te koesteren en te hechten.
Een verpleegkundige zegt dat ze de baby straks bij me zal leggen. Samen met mijn man zet ze de deurtjes van de couveuse vast open. Papa legt zijn handen op het kleine lijfje van onze zoon. De mooie werkhanden van mijn man lijken reusachtig. Ze omsluiten het tengere lichaampje. En de baby? Die reageert met een rustige hartslag. Wauw.
En ineens schiet me te binnen: de handen van mijn hemelse Vader zijn net zo reusachtig, zo niet nog veel groter dan de handen van de aardse vader van onze zoon. Die houden ons vast kleintje, ook als ik niet bij je ben.

Sanne Vels | dorpsmeisje | rent achter drie ondernemende jongens aan | getrouwd met de leukste boer van de wereld | creatief | dromen | visie | thee | geniet van het op reis zijn met de Grote Vader | Leert elke dag van haar kroost