-
12 mrt 2020
-
Carrière, Moederschap, Opvoeding
-
door Corine de Heer
-
0 comment
Wat ik later worden wil
“Wat wil jij later worden, mama?”, vraagt mijn 6-jarige zoon. Daar stelt hij een behoorlijk goede vraag. Eigenlijk stel ik deze vraag al mijn hele leven aan mezelf. Ik zie mensen om me heen die precies weten wat ze willen. Die een passie hebben, een droom najagen of een duidelijk doel voor ogen hebben waar ze gedisciplineerd naartoe werken.
Met veel bewondering zie ik mensen studies afronden naast een drukke baan. Mensen die de zekerheid van een vaste baan opzeggen, om hun droom waar te maken. Een tijd lang dacht ik dat deze mindset het hoogst haalbare was. Dat ik later ook zo’n passie zou hebben waarvoor ik alles aan de kant zou schuiven.
Ik ben er onlangs achter gekomen dat ik niet zo iemand ben. En dat ik ook helemaal niet zo iemand wil zijn. Mijn passies wisselen per maand. Mijn droombanen ook. En dat is oké, heb ik gemerkt. Het is goed dat ik niet altijd precies weet wat ik wil of leuk vind. Soms geniet ik van het feit dat ik mijn huidige baan met plezier kan doen en dat ik daarnaast energie overhoud voor andere dingen. Soms mis ik uitdaging of zou ik meer willen doen met mijn creativiteit. Of zal ik toch een winkel beginnen? Je hoort het al. Zoveel opties en zoveel leuks.
Zoonlief haalt me abrupt uit mijn overpeinzingen. “Nou, mam, weet je het al?”, vraagt hij ongeduldig. “Je bent nu moeder en juf, maar je bent nog niet super oud.” Toch fijn, als je zoon dat zegt. Hij besluit met de woorden: “Dus je kunt nog van alles worden. Bijvoorbeeld dokter, fietsenmaker of misschien kun je in een winkel werken?”
In de ene suggestie kan ik me net iets meer vinden dan ik de ander. Maar hij heeft gelijk. Ik heb nog een leven voor me, vol mogelijkheden, nieuwe passies en avonturen. Misschien is mijn weg niet de kortste of de snelste. Maar op mijn weg, vol bochten en afslagen, beleef ik allerlei mooie avonturen en leer ik een heleboel nieuws. En daar geniet ik van. Ondanks dat ik soms wat jaloers ben op deze ‘recht op hun doel af-mensen’, ben ik blij en dankbaar om hoe ik gemaakt ben. Iemand met meer doelen en wisselende passies. Iemand die soms opgeeft of even geen doel heeft. Maar ook die fases brengen mij uiteindelijk weer op een plek waar ik moet zijn.
“En Teun, wat wil jij eigenlijk worden als je later groot bent?”, vraag ik terug. Hij aarzelt geen moment. “Ik word verzorger in het verzorgingshuis. Ik ga spelletjes doen met oude mensen en ik ga met ze naar de stad. Niet te lang, want dan worden ze moe. En ik koop een motor, met zijspan. Dan kunnen ze allemaal meerijden.”
Je begrijpt: mijn hart smelt bij het horen van deze woorden. En stiekem ben ik ook een beetje trots. Ik ben reuze nieuwsgierig naar de toekomst. Hij heeft zijn weg nog voor zich. Misschien rechtdoor, misschien met bochten. Maar zolang hij zo zorgzaam en avontuurlijk blijft, heb ik er alle vertrouwen in. Stiekem ben ik ook best een beetje trots op mezelf: vooralsnog lukt mijn ‘baan’ als moeder best wel goed!
Corine is vrouw van Robert en moeder van Teun (6) en Pijke (2). Ze is docent in het voortgezet onderwijs. Blij wordt ze van Jezus, hond Bobbi, de lente, op reis gaan en schrijven. Dat laatste doet ze hier vooral over haar kinderen en alles wat daarmee te maken heeft.