-
01 mei 2019
-
Geloofsopvoeding, Gezin, Opvoeding
-
door Joanneke Wiersma
-
7 comment
Wiebelkont
Zijn linkerbeen zwiept naar voren. De rechter volgt vlak daarna. Naar voren, naar achteren. Zijn hand tikt op de armleuning. Hij gaat staan en zit even snel weer. Zitten staan, zitten staan. Hij pakt een pen en klikt de pen open. En weer dicht. Klik klik klik. Hij moet even voelen hoe koud de vloer is. Lekker, want als hij even tien keer springt, dan kan hij daarna afkoelen met zijn gezicht tegen de tegels.
Er zijn nu tien kerkdienst minuten voorbij. Voor hem zit een oude mevrouw, naast hem ook en de dame achter hem is ook licht grijzend. (De dame naast hem – ik dus – ook, maar daar hebben we het nu niet over).
Heel regelmatig voel ik me een slechte moeder in de kerk. Mijn kinderen zitten niet stil. Ze maken er in no-time een flinke rotzooi van met hun kleurboeken en stiften. Bijna elke kerkdienst moeten ze wel een keer ‘echt heel heul nodig’. Ik wil zelf graag actief meedoen en luisteren, dus ik ga er vanuit dat de andere volwassenen in de kerk dat ook willen. Ik kan niet actief meedoen en luisteren omdat ik steeds wordt afgeleid, dus ik ga er vanuit dat dit voor de andere volwassenen in de kerk ook geldt. Ik wil daarom graag dat mijn kinderen stilzitten, al is het maar een beetje. Dat ze een keer niet fluiten onder het kleuren. Dat mislukt eigenlijk elke zondag weer schromelijk.
De oude mevrouw voor onze zoon draait zich om. Nu zul je het krijgen. Ze zet haar brilletje er even voor af. Kijkt mijn zoon eens indringend aan. Dat is dus precies waarom ik wil dat ze stilzitten. MIJN kind leidt haar af van haar gerichtheid op God. De dame schraapt haar keel en wenkt mijn zoon even naar zich toe. Hij kijkt haar benauwd aan, maar besluit toch nieuwsgierig zijn oor naar haar toe te bewegen.
“Wat ken jij al die liedjes goed zeg, en je kunt er ook nog vrolijk op swingen,” fluistert ze zachtjes in zijn oor. Ze stopt hem een pepermuntje toe. Stralend kijkt hij me aan. Hij mag er zijn. Ook in de kerk mag hij zijn eigen wiebelende zelf zijn. Het pepermuntje gaat als een trofee zijn mond in en drie minuten later tikt hij op de rug van de mevrouw. Het klein gezogen pepermuntje op zijn tong steekt hij trots helemaal naar voren. Hij heeft hem nog. Hij krijgt een dikke knipoog van de dame voor hem.
“Laat de kinderen tot mij komen, want het koninkrijk behoort toe aan wie is zoals zij.”
Bij het laatste lied gaat zij niet staan. Dat kan ze niet meer. In haar hand zie ik een pen, die op de maat mee veert. Klik klik klik. Open en weer dicht. De licht grijzende moeder achter haar – ik dus – is haar eeuwig dankbaar.
Amen.
Schrijft | Communiceert | Moeder van drie | Houdt van haar hottub | Wordt blij van mooie gesprekken | www.zin-communicatie.nl
7 Reacties
Comments are closed.
Mooi zeg!!!
Wow. Wat fijn dat het ook zo kan.
Haha herkenbaar! En mede daarom zitten we in een kerk waar de volwassenen ook niet stil kunnen zitten… Grapje maar met al dat zitten, staan, handen opheffen en klappen vallen onze stuiterballen al een stuk minder op
Prachtig Jo! Wat schrijf je dat weer mooi!
Prachtig. Dat er nog maar veel gewiebeld mag worden!
Ontroerend!
Prachtig!