-
06 mei 2018
-
Opvoeding
-
door Joanneke Wiersma
-
3 comment
Zwemmen in de sloot en een paar opgetrokken schouders
“Mam, mag ik zwemmen?”In mijn hoofd speelt zich na deze vraag het volgende af (als je het echt wilt meebeleven, lees de volgende zinnen dan zo snel als je kunt): Euhm… je bedoelt buiten? In de plomp? Het is buiten wel warm maar het water is echt nog niet opgewarmd. Sterker nog, het water is ijskoud. Het is half april. Niemand zwemt nog buiten. Maar het is wel warm voor de tijd van het jaar. De buren zullen me wel onverantwoordelijk en veel te ruimdenkend vinden als ik dit goedvind. Maar ik snap het wel, het is echt warm. Ze moet ook zelf ervaren dat sommige dingen wel heel leuk lijken maar de gevolgen op de lange termijn minder fijn zijn. Stel je voor dat ze ziek wordt, zit ik volgende week weer met de gebakken peren met opvang enzo… Pfoe, wat is het heet!
Ik voer geregeld hele gesprekken met mezelf alvorens ik ze met mijn kinderen voer. Ik ben er echt een kei en ik kan het snel joh! In een split-second heb ik een gesprek waar je u tegen zegt gevoerd. In mijn uppie. Ik weet dat het niet zoveel zin heeft om het gesprek hardop te voeren. Al na de eerste zin die ik er uitkraam gaat het gespreksluikje dicht. Neem bijvoorbeeld dit openingsantwoord: ‘nou, dat lijkt me niet handig, het water is nog hartstikke koud’. Je kunt wel raden wat daarop het vervolgantwoord is: ‘nee, echt niet hoor mam, IK vind het niet te koud en ik neem een dikke handdoek mee’. Tja… daar sta je dan met je bek vol tanden en nog een hele rits argumenten om het niet te doen. Vooral niet te doen.
Heetgebakerd
‘Je hebt het zeker warm,’ zeg ik. “Ja mam, ik stik zowat,” bijt ze me toe. Ha, ik heb het gespreksluikje open. Stok ertussen! Waar is mijn stok? ‘Ik heb het ook echt zo heet joh, de zon is echt al fel voor deze tijd van het jaar hè?’, geef ik haar terug. “We moesten op school vandaag gymmen en ik ben echt niet meer afgekoeld,” antwoordt ze. Dat snap ik wel… ‘En nu hoop je af te koelen in het water?’. “Ja, dat lijkt me echt lekker, ik ga vast mijn badpak aandoen, ok?”.
Kak, deed ik daar zo mijn best. Verlies ik het alsnog. Ze is al bijna bij de deur als ik nog net kan roepen: het is nog vroeg in het jaar, dus het water is nog niet opgewarmd hè? Ik krijg een paar opgetrokken schouders als antwoord.
Cooling down
Vijf minuten later staat ze rillend (en zeiknat, dank je wel, wie mag er weer dweilen…) naast mijn stoel. “Mam, waarom zei je niet dat het water hartstikke koud is!” Tja, waarom zei ik dat niet. ‘Nou,’ besluit ik te zeggen, ‘omdat ik je ook niet teveel wil beperken in je ideeën en het soms goed is dat je zelf ontdekt dat sommige dingen niet handig zijn. Een volgende keer vraag je misschien niet of je mag zwemmen maar of ik denk dat het water warm genoeg is.’ “Mmm, ja daar zit wat in. Haha, tot de volgende keer dan maar,” klinkt begripvol uit haar mond. ‘Tot de volgende keer,’ zeg ik vervolgens meer tegen mezelf dan tegen wie dan ook.
Schrijft | Communiceert | Moeder van drie | Houdt van haar hottub | Wordt blij van mooie gesprekken | www.zin-communicatie.nl
3 Reacties
Comments are closed.
Haha, creatief opgelost ;-)
Leuk! Ik ben toevallig net een boek aan het lezen over je kind meer vrijheid geven om zelf dingen te ontdekken: “Loving Our Kids On Purpose” van Danny Silk. Gaat ook over Nieuw Testamentisch opvoeden tov Oud Testamentisch. Heel boeiend!
Leuk, ik ga het eens bekijken. Bedankt voor de tip.
Groetjes Joanneke