-
21 mrt 2019
-
Baby, Moederschap, Zwanger
-
door Nadine Folkers
-
0 comment
Ik geef me over
“Ben je ziek?” Mijn man legt quasi-serieus zijn hand op mijn voorhoofd. “Oei, hartstikke warm!”, is zijn conclusie. Hij biedt me een stukje chocola aan voor bij mijn kopje thee, maar ik sla af. En dat doe ik nooit. Maar ik heb de laatste weken ervaren hoe misselijk ik word van zoetigheid. Dus ik laat het staan, hoe moeilijk dat ook is voor een chocoladeverslaafde als ik.
Ik verbaas me erover hoe het vrouwenbrein werkt. Soms heb ik een olifantengeheugen en weet ik me gebeurtenissen van tientallen jaren geleden te herinneren als de dag van gisteren. Of erger: kan ik me letterlijk voor de geest halen wat mijn man zei tijdens die en die ruzie en kan ik nog voelen hoe me dat gekwetst heeft. En soms is mijn geheugen net een vergiet, zoals nu, in zwangerschapstijd. Zo was ik totaal vergeten dat ik bij mijn eerste zwangerschap de eerste zestien weken verschrikkelijk misselijk was.
Dat bepaalde geuren me linea recta braakneigingen bezorgen. De handzeep die ik normaal gesproken zo lekker vind ruiken? Ik kan hem nu niet luchten of zien. Ik haal mijn krat met zwangerschapskleding van zolder, til het deksel eraf en denk: waar heb ik dit in vredesnaam mee gewassen? De lucht van de wasverzachter trek ik niet.
Ik was ook vergeten dat er pakken chocolademelk in huis moeten zijn.
Dat. Moet. Gewoon.
Gek genoeg lukt dat wel, maar is chocola zelf te zoet. Toen ik van de week in de koelkast keek en zag dat het laatste pak chocolademelk weg was, vroeg ik met een piepstemmetje van ingehouden frustratie aan mijn man: “Heb jij het pak chocolademelk leeggemaakt?” Hij antwoordde bevestigend. Ik kon me ternauwernood beheersen, ik had hem wel kunnen slaan.
Ik heb trouwens een bloedhekel aan overgeven, maar ik ontkom er nu gewoon niet aan. Ik weet dat ik me daarna beter voel. ‘k Heb trouwens niet alleen hekel aan fysiek overgeven. Mezelf mentaal overgeven is ook best een dingetje. Terwijl ik ook dat nu weer moet doen. Soms slaat de paniek toe. Sara is straks pas anderhalf als we ons tweede kleintje krijgen. Kan ik dat wel aan? Kan ik überhaupt zoveel houden van een tweede kindje? Ik hoor God ook geregeld fluisteren in mijn gedachten: ‘Je bent niet alleen. Ik ben bij je. Kom maar bij mij.’ Maar dat lukt me soms gewoon niet en dan blijf ik verstrikt in mijn eigen gepieker.
Ook tijdens mijn wekelijkse bootcamp gaat het over misselijkheid. Als ik zwaar geconcentreerd op één been probeer te balanceren om een oefening goed uit te voeren, zeg ik iets waarbij ik me totaal niet bewust ben van de woordgrap die ik maak: “Ach, de vorige keer ging het met zestien weken beter. Ik denk dat het maar het beste is dat ik me gewoon aan overgeef.” Mijn sportmaatjes proesten het uit en ik raak uit evenwicht. Maar het is wel een waarheid als een koe.
Laat maar komen wat komt. Ik geef me over.
Foto: Pixabay
Mama van Sara en Jasper, echtgenote van Erwin. Weet dat ze ook een geliefde dochter van God is, al vindt ze dat soms lastig om te bevatten. Is een grote liefhebber van lezen en schrijven. Doet graag bootcamp in de buitenlucht. Wordt blij van de geur van verse koffie en bakt daar het liefst zelf iets lekkers bij.