-
07 mei 2022
-
Blogs, Geloof, Geloofsopvoeding
-
door Vera Bijma
-
0 comment
Ik wil niet naar de kerk!
‘Ik wil niet naar de kerk!’ roept Daniël, mijn 8-jarige zoon, met een boos gezicht. Het is zondagochtend en we moeten opschieten om op tijd te komen. Maar ik zie dat hij alles behalve haast maakt. ‘Daniël, of we nu te laat komen of niet, we gaan toch’, maak ik hem duidelijk. Oef, het helpt. Hij kleedt zich aan.
Ook onderweg blijft hij mopperen dat hij niet naar de kerk wil. ‘Waarom is er nu geen file?’ zucht hij. En als we een stoplicht naderen, hoor ik hem fluisteren: ‘Ga op rood, ga op rood …’
Als ik hem vraag waarom hij niet naar de kerk wil, antwoordt hij: ‘Ik vind het saai.’ Tja, dat vond ik vroeger ook. Maar het verschil is dat Daniël tijdens de dienst naar het zaaltje achter in de kerk mag om iets te tekenen, verven of knutselen. Iets waar hij thuis dol op is.
Eenmaal in de kerk fluistert hij al na een paar minuten: ‘Is het bijna afgelopen, mama?’ Ik wijs op het programmablad het moment aan waarop hij naar de kindernevendienst mag. Maar als het zover is, schudt hij zijn hoofd. Hij wil niet mee naar achteren. Ook niet als papa of mama mee gaat. Tja, dan moet hij het zelf maar weten. Hij speelt de rest van de dienst met een koordje dat hij van zijn trui heeft gepulkt. En vraagt zo’n beetje elke tien minuten of het al bijna gedaan is. Pff, zelfs ik ben opgelucht als de dominee haar preek beëindigt.
Na afloop bij de koffie, komt Daniël opgetogen naar me toe met een jongetje dat Pokémonkaarten bij zich heeft. ‘Jammer dat ik de mijne niet mee heb, dan had ik kunnen ruilen met mijn nieuwe vriendje van de kerk’, verzucht hij. Misschien niet helemaal de perfecte motivatie voor een kerkbezoek, maar ik ben blij dat hij aansluiting bij een leeftijdsgenootje heeft gevonden.
Een paar weken later zitten we weer in de kerk. Daniëls nieuwe vriendje is er ook. Groot is dan ook mijn verbazing als hij weer niet naar de kindernevendienst wil. Ik begrijp het niet. Net nadat de deur achter het laatste kind is gesloten, sta ik op en zeg: ‘Dan ga ik wel alleen.’ Ik stap het zaaltje binnen. Alle hoofden draaien zich naar me toe. ‘Daniël wil niet komen’, zeg ik en de tranen springen me in de ogen. Op dat moment komen ook mijn echtgenoot en zoontje binnen. Papa had dezelfde truc toegepast en zoonlief wilde niet alleen in de kerk blijven. Gelukkig gaat hij zonder morren aan tafel bij de andere kinderen zitten. Hij vindt het zelfs prima dat ik terug de kerk in ga.
Bij de koffie raak ik in gesprek met de kindernevendienstleidster over Daniël. Ik vertel haar dat het misschien anders was geweest als hij van kleins af aan elke week naar de kerk was gegaan. Dat het dan wellicht veel vertrouwder en veiliger voor hem had gevoeld. Ook hebben we het over mijn nieuwe baan als juf protestantse godsdienst. Het is of het zo heeft moeten zijn, want bij haar vallen de puzzelstukjes op hun plaats. Ze vertelt me dat ze al een tijdje een extra leidster bij het kindernevendienstteam wil, maar geen geschikte kandidaat kon bedenken. Ze vraagt of ik elke vier à vijf weken de kindernevendienst op me wil nemen. Ik zie dat wel zitten en manlief vindt het ook een prima idee. Maar het allermooiste: Daniël is razendenthousiast. ‘Dan kan ik jouw assistent zijn bij het knutselen!’ Hij ziet het al helemaal voor zich.
Onderweg naar huis kan ik het nog bijna niet geloven. Is dit allemaal Gods werk?
‘Straks eindig ik nog als dominee!’, grap ik tegen mijn echtgenoot. ‘Je weet maar nooit. Als er een tekort ontstaat, is alles mogelijk’, antwoordt hij serieus. En weet je, ik sluit niets meer uit. Onze lieve Heer zit vol verrassingen, zoveel heb ik wel geleerd.
Meer blogs lezen? Dit is afgelopen week ook gepubliceerd:
Vera Bijma / Moeder van Daniël (7) / Gelukkig getrouwd / Vertaalster / Dol op schrijven / Dankbaar voor Gods liefdeen genade, mijn gezin, familie en vriendenen nog zoveel meer/ www.mamasleukste.home.blog