
-
27 apr 2020
-
Geloof, Opvoeding
-
door Veerle den Hartogh
-
1 comment
Kijk naar de mieren!
“Mam, wist je dat een mier al zijn stappen telt?”, schreeuwt mijn 7-jarige Frekina Vonk. Een kleine 100 meter verderop zit ze gebiologeerd naar een paar zwarte, hardwerkende beestjes te kijken. “Ehm, nee dat wist ik niet…”, antwoord ik.
Terwijl we onze wandeling voortzetten krijg ik een prachtig verhaal cadeau over de leefwijze van mieren. Zo kom ik erachter dat ze in hun hoofd een soort ‘schatkaart’ maken. Op deze manier stippelen ze de juiste route uit, en slaan dit op in hun bovenkamer. Zo weten ze waar het juiste voedsel te vinden is en hoe ze vervolgens hun nest weer kunnen vinden. Met een trotse glimlach sla ik een arm om haar schouders. Heerlijk dat ze de informatie die ze in haar hoofd heeft opgeslagen, ook zo goed kan reproduceren.
Als ik een paar dagen later in de tuin een paar mieren zie lopen, gaan mijn gedachten terug naar de biologieles van mijn dochter. Ik denk aan de kaart in hun hoofd en aan de schatten die ze daarop vastgepind hebben.
Plots krijg ik een raar gevoel van heimwee en word ik jaloers op deze kleine diertjes. Als een mier al zo goed weet waar hij zijn eerste levensbehoeften vandaan moet halen en dat als een schatkaart opslaat in zijn hoofd, waartoe moet ik dan wel niet in staat zijn? Tot mijn schaamte kom ik erachter dat ik niet eens meer de juiste volgorde van de Bijbelboeken weet op te noemen, terwijl ik deze als tiener succesvol uit mijn hoofd had geleerd.
Kijk naar de mieren, luiwammes, kijk hoe ze leven, en leer daar iets van. Want ook al hebben ze geen aanvoerder, geen leider en geen koning, toch verzamelen ze in de zomer alvast hun eten voor de winter.
Basisbijbel – Spreuken 6:6-8a
Ja, helaas voel ik me wel eens een luiwammes.
Eigenlijk te vaak dan me lief is. Dan schiet de slof erin met mijn stille tijd en het dagelijks Bijbel lezen. Ik weet dat ik God er blij mee maak als ik getrouwer hierin zal zijn, maar tegelijkertijd besef ik me dat Hij me hier niet om veroordeelt. Dat het niet om mijn eigen werken gaat. Wat ik me des te meer realiseer is dat ik mezelf tekort doe als ik het laat versloffen.
En zo heeft God mij, via mijn dochter, de ogen op liefdevolle wijze geopend. En daar kan ik alleen maar dankbaar voor zijn. Dus Veerle, hoppata, dagelijks die Bijbel erbij pakken! Ga lezen, vergaar je geestelijke schatten en onthoud goed bij Wie je die kan vinden.

Veerle is getrouwd met Johannes en mama van hun dochters Jalta en Shanna. Veerle wordt blij van een goed glas wijn, in het weekend gecombineerd met een bordspel. Als moeder van twee hoogbegaafde kinderen weet ze hoe intensief het moederschap kan zijn. Binnen haar praktijk talent IQ biedt ze een helpende hand aan kinderen en volwassenen met (vermoedelijke) hoogbegaafdheid. Ontdek welk talent de Hemelse Vader jou heeft gegeven!
www.talent-IQ.nl
1 Reacties
Comments are closed.
Mieren komen in beweging naar mate de ontmoetingen met werkers, verzamelaars en hen die op patrouille gaan. Veel ontmoetingen met mieren die terugkeren met voedsel betekent WE GAAN. Ze werken veel met feromonen. Zo laten de patrouilerende mieren een geur achter wanneer er ergens geen voedsel te halen is. Een kolonie is continue volledig gericht op hun Majesteit, de kleintjes, en op elkaar, de zorg voor elkaar. Ze zijn altijd voorbereidt op de wintertijd, de tijd van rust. Niet voor niets kunnen we veel van de mieren leren. Ze verwijzen grotendeels naar ( een schaduw) naar het grote gebod, en vertrouwen op de uitrusting hen geschonken.