-
19 feb 2022
-
Blogs, Moederschap, Peuter
-
door Daniëlle Koudijs
-
0 comment
Mag ik als vrouw nog wel zacht zijn?
‘Sinds ik Fenne heb gekregen, is er in mij iets veranderd’, zeg ik tegen een vriendin aan de telefoon. Fenne is mijn dochter van drie en zij is, zoals iedereen zegt, echt een meisje. Met natuurlijke voorkeur voor roze, jurkjes en dansen.
‘Ik kan in ieder geval met zekerheid zeggen dat ze dat niet van mij heeft’, lach ik. ‘Jos is nou ook niet bepaald een meisje-meisje’, grapt zij.
En we lachen.
Ik zag mijzelf altijd als jongensmama. Lekker stoer en gaan met die banaan, geen gezeur, opstaan en weer doorgaan. Ik had echt geen idee hoe dat moet, een meisje opvoeden, was mijn overtuiging.
‘Maar weet je Jo, het gaat niet om het roze en de glitters. Want die draag ik nog steeds niet. Het raakt mij hoe zij beweegt, zo sierlijk en met aandacht. Of hoe haar broers haar helpen met de wc-verkleiner klaarzetten, zachtjes tegen haar praten en boekjes voorlezen.’
Fenne is echt anders. Ik merk het aan hoe ze oogcontact maakt en een kusje geeft als ik mijn teen heb gestoten. Het is een soort oprechtheid die veel te kwetsbaar voelt. ‘Volgens mij ben ik gewoon zachter geworden, vanbinnen, en laat ik dat ook steeds meer toe’, vertel ik verder tegen mijn vriendin.
‘Dat is toch mooi’, zegt zij.
Natuurlijk is dat mooi, denk ik. Maar het raakt ook iets. In mijn hoofd spreekt nog regelmatig een stem die zegt: ‘Niet zo soft, kom op. Slik je tranen weg en door.’ En die stem begint me te irriteren.
‘Weet je, ik heb gewoon het gevoel dat ik hier veel meer voor gemaakt ben dan ik ooit dacht, voor feminien zijn. Dat de emotie die ik voel als ik in zo’n tear jerking Facebookfilmpje een kindje herenigd zie worden met zijn moeder, niet soft is. Maar liefde. Dat de vraag: ‘Gaat het met je?’, als ik een kind zie vallen in de speeltuin geen bemoeizucht is, maar zorgzaamheid. Dat de angst die ik voel als ik denk aan dat ik mijn kinderen zou kunnen verliezen, eigenlijk veroorzaakt wordt door een groeiende, puurste vorm van liefde. Ik denk dat veel vrouwen van vandaag niet meer weten hoe ze dat alles moet omarmen.’
Vroeger was ik geneigd dit soort gevoelens weg te drukken door iets anders te gaan doen. Door te werken of te sporten. Extra taken op te pakken. Ik besef nu dat ik die gevoelens er niet eens wilde laten zijn. Nu heb ik vooral behoefte aan ze er wél te laten zijn, mijn zachtheid en kwetsbaarheid toe te laten en de kracht ervan in te leren zien.
‘Mooi Daan’, antwoordt mijn vriendin. ‘Ik denk dat je daar wel een kern te pakken hebt. Eentje om op te broeden.’
Want laten we eerlijk zijn, dames: We care more als het gaat om onze kinderen, van nature. Ze groeien in onze buiken of onze harten, vaak voordat de man het überhaupt kan weten. Onze kinderen maken ons kwetsbaar. Al is het alleen door extra hormoonproductie, om sterk te kunnen zijn bij een bevalling en leven te kunnen geven. Of melk.
Die kwetsbaarheid maakt dat ik een veilige omgeving kan vormen waarin mijn kinderen opgroeien, omdat ik ze vanuit die hoedanigheid beter leer aanvoelen. En de enige reden waarom dat zo onrustig maakt, is omdat het niet meer normaal lijkt om je zo te voelen. Mogen we eigenlijk nog wel zacht zijn?
Ik wil dat wel en ga terug naar de tekentafel, om samen met God te ontdekken hoe Hij het heeft bedacht. Inclusief zacht zijn, letterlijk en figuurlijk.
Meer blogs lezen? Dit is afgelopen week ook gepubliceerd:
| Oprichtster van Power to the Mama’s | Moeder van twee jongens en een meisje | Getrouwd met Jos | Liefhebber van goede (Italiaanse) wijn | Missionaire ondernemer | Houdt van kleinkunst, schrijven, creëren en aanbidden |