-
21 okt 2016
-
Blogs, Moederschap
-
door Daniëlle Koudijs
-
0 comment
Opgeruimd doet pijn
De jongste zit al ruim een maand niet meer in de box. Tijd om op te ruimen dus, aangezien het meer een opslagplaats voor speelgoed en andere rommel was. Maar het opruimen deed iets met mij, al wist ik niet precies waarom. Tot de volgende dag.
“Nou, zullen we de box dan maar opruimen nu Jesse slaapt?”, vraagt mijn allerliefste vriendin I. aan mij. Al zestien jaar zijn we vriendinnen. We zien elkaar al jaren te weinig. Gister kwam ze met haar zoon bij mij thuis. Als je een opruimcoach in huis haalt (dat is haar baan), betekent dat ook dat je aan de bak moet, blijkbaar.
“Nu?!”, vraag ik haar enigszins geschrokken. Ik kijk naar de hoeveelheid speelgoed die in de box ligt opgeslagen. Ik kijk naar het dressoir waar van alles op slingert. De speelgoedbakken van Mads zitten vol. Waar moet alles naartoe? Ik word onrustig van die gedachten. Maar ik ben de rommel ook zat. Jesse zit niet meer in de box, dus het is tijd dat er wordt opgeruimd. We stropen de mouwen op en gaan aan de slag.
“Maar als de box weggaat, wat doen we dan met het dressoir? En de hondenmand?” vraag ik I. We kijken de kamer rond. “We gaan gewoon een beetje schuiven en dan zien we wel,” zegt ze. Een beetje schuiven. Dat dressoir doet dienst als een verkapte boekenopslagplaats. En omdat de deurtjes dicht kunnen, kan niemand zien dat de inhoud gewoon verplaatste rommel is.
Terwijl I. de box uit elkaar haalt, trek ik een doos uit de schuur. Ik doe een kastdeurtje open en stop er boeken in die naar boven kunnen. Overbodige spullen zet ik ernaast op de grond. We verschuiven het dressoir naar zijn nieuwe plek, samen met de hondenmand. Ondertussen ligt mijn vloer vol met speelgoed dat uit de box komt. Het is een chaos.
Als een malle begin ik het speelgoed op te ruimen. Ondanks dat het steeds opgeruimder wordt, voel ik me niet op m’n gemak. Maar ik weet niet waarom. Ik ben een opgeruimd type, misschien komt het doordat het nu zo’n zooi is? “Waar zit je mee?”, vraagt I. “Waar ik mee zit? Niks toch?”, zeg ik geprikkeld. “Ik merk gewoon dat ik wil dat het opgeruimd en schoon is. Maar dat kan niet nu allemaal, dus dat moet wachten tot vanavond.” Ik weet niet of het antwoord bevredigend is, maar het is in ieder geval genoeg voor nu. Jesse meldt zich weer over de babyfoon.
’s Avonds is I. weer weg. Samen met mijn man ruim ik de boel op. Het huis is weer netjes. Al het overbodige de kamer uit. Het is veel ruimer en fijner zo. Opgeruimd staat netjes, maar toch zit me nog iets dwars.
Als ik de volgende ochtend in de kamer sta, voel ik me een beetje verdrietig. Het voelt leeg, alsof er iets mist. Ik kan het niet plaatsen en ga achter de piano zitten. Ik speel de paar akkoorden die ik ken. De noten raken mijn gevoel. En het begint pijn te doen. Voor ik het weet hangen er druppels aan mijn kin. Want dat wat nu is opgeruimd, is eigenlijk iets waar ik nooit echt van heb kunnen genieten.
Met de box is ook de babytijd van Jesse opgeruimd. Een tijd waar echt genieten niet aan de orde was. Waar hij niet van heeft mogen genieten zoals het bedoeld is. Hij had pijn door reflux. Wij raakten daardoor uitgeput. De eerste zes maanden hangen in een dikke mist. Ik kan niet meer goed zien wat daar was. En daar baal ik van.
Achter de piano vloeiden tranen vandaag. Maar mijn hart werd wel opgeruimd. Want hoe verdrietig het ook is of hoe pittig die eerste tijd ook was, Jesse is er nog. En hoe! Ik geniet nu meer van hem dan ooit.
| Oprichtster van Power to the Mama’s | Moeder van twee jongens en een meisje | Getrouwd met Jos | Liefhebber van goede (Italiaanse) wijn | Missionaire ondernemer | Houdt van kleinkunst, schrijven, creëren en aanbidden |