-
08 sep 2017
-
Geloofsopvoeding
-
door Daniëlle Koudijs
-
1 comment
Ik wil niet bidden mama
“Ik wil niet bidden mama!”, roept Mads vaak als ik tijdens het naar bed brengen voorstel om te gaan bidden. Ik heb echt geen idee waarom hij dit zo steevast roept. Misschien weet hij dat dat het laatste is wat we samen doen voordat hij ‘moet’ gaan slapen. Misschien weet hij gewoon niet zo goed wat hij met bidden aan moet. Hij wordt in december vier en denkt tegenwoordig over alles na. “God vind ik niet zo lief mama maar Jezus is mijn vriend,” vertelde hij laatst toen we een Bijbel verhaal aan het lezen waren. En het was niet eens een ongezellig oud-testamentisch oorlogsverhaal. Geen idee waar het vandaan kwam, maar blijkbaar is hij er op zijn manier wel mee bezig.
Voorleven van geloof
Thuis spreken wij altijd positief en met liefde over God en Jezus. Dat Vader God goed voor ons zorgt en Jezus onze vriend is. Dat Ze altijd bij ons zijn en we altijd mogen bidden als we ons niet lekker, bang of verdrietig voelen. En dat we Hen ook mogen danken voor alle mooie dingen, als we blij zijn en plezier maken. We hebben een hartsgesteldheid dat tot eer is van Hem. Toch maken zijn opmerkingen mij soms aan het twijfelen. Wat als hij het geloof niet pakken kan? Als voorleven zoals wij nu doen niet voldoende is?
“Geen zorgen maken, hij is nog maar klein. Zijn ontwikkeling is volop bezig en hij test graag alles uit, verkent zijn grenzen. Het geloof is ook nog abstract voor hem. En puntje bij paaltje weet hij precies wie Jezus is en dat Hij ook in zijn hart zit.”
Het is een geruststellende stem die vaak in mijn hoofd spreekt als ik begin te twijfelen aan mijn geloofsopvoeding. Doe ik er wel genoeg aan? Want nee, we lezen geen uren samen uit de Bijbel. Het blijft meestal bij één of twee korte verhaaltjes voor het slapen gaan. We bidden voor het avondeten, maar stoppen ’s ochtends en ’s middags de broodjes gewoon naar binnen. Maar door de dag heen hebben we regelmatig gesprekjes over wie God is en waar Hij dan ‘woont’. De vraag ‘maar waar woont God dan mama?’ is al geregeld langsgekomen. We praten in begrijpelijke kindertaal over wat ‘het goede doen’ dan precies is en hoeveel God en Jezus van ons houden. Ik zing (steeds vaker) worship in huis en we hebben wekelijks ons gezinsmomentje “het plankje”: zondagmiddag om 16.30u onder het genot van lekkere hapjes een paar kinderbijbelverhalen lezen en in grotere context plaatsen. (Bijvoorbeeld niet alleen het verhaal van de Ark van Noach vertellen, maar ook wat zich daarvoor en daarna afspeelde en dat de belofte van God nu nog steeds geldt.)
Is het genoeg?
Ik heb geen idee of het genoeg is. En ik heb geen idee waarom Mads zo vaak zegt dat hij niet wil bidden. Want in theorie bidden we altijd wel. Als ik vraag of ik voor hem mag bidden of danken, dan is het namelijk wel goed en bidden we alsnog. Als ik het doe, vindt hij het geen probleem. Misschien zit het hem gewoon wel in de woorden: “zullen we bidden?” en weet hij gewoon niet wat hij moet zeggen.
Het blijft in ieder geval een vak apart, die geloofsopvoeding. En het is extra belangrijk goed af te stemmen op hoe je kind is, waar hij van houdt. Want zoals in het onderwijs gebruik gemaakt wordt van verschillende leerstijlen, is dat voor dit soort dingen natuurlijk ook belangrijk. Mads is geen jongen die op onbekend terrein uit zichzelf het woord neemt. Maar het is wel een schat die verhalen naspeelt met zijn speelgoed, een jongen die graag checkt of anderen genoeg hebben en (als hij zijn peuterpuberkleuterbui niet heeft) erg behulpzaam is. Hij is zorgzaam, slim en… ook nog gewoon pas drie.
Ik moet steeds denken aan de woorden van Jezus:
‘Laat de kinderen ongemoeid, belet ze niet bij mij te komen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij.’ Mattheus 19:14
Dus daar gaan we mee door. Hem bij Jezus brengen en een huis bouwen vol van Zijn liefde. “Mam, ons huis gaat niet kapot he als er storm komt. Want ons huis is gebouwd op God,” zei hij vorige week nog vol trots. En vorig jaar, toen hij bijna drie was stelde ik hem de vraag: Woont Jezus ook in jouw hart? Zijn antwoord? “Nee! Boven in het Jezusboekje!” Hij zei het met dezelfde grote, blije ogen.
Zo abstract is het geloof dus nog voor hem. Maar erdoor stralen doet hij zeker.
Foto: pixabay
| Oprichtster van Power to the Mama’s | Moeder van twee jongens en een meisje | Getrouwd met Jos | Liefhebber van goede (Italiaanse) wijn | Missionaire ondernemer | Houdt van kleinkunst, schrijven, creëren en aanbidden |
1 Reacties
Comments are closed.
Watmooi Danielle. Ik denk juist dat je het enorm goed doet en voel de warmte door je blogpost heen. -x-